Katten zijn zoogdieren en hun vacht groeit uit follikels in hun huid. De meeste zoogdieren, inclusief katten, hebben twee vachtlagen:een ondervacht van fijn, donzig bont dat voor isolatie zorgt, en een bovenlaag van langere, grovere vacht die hen tegen de elementen beschermt. Wanneer een kat wordt geschoren, wordt de bovenvacht verwijderd, maar de ondervacht blijft achter. De ondervacht zal blijven groeien, maar zal niet zo zichtbaar of zo beschermend zijn als de bovenvacht.
Na verloop van tijd zal de ondervacht uiteindelijk teruggroeien naar zijn normale lengte, maar deze zal misschien nooit meer zo dik of zo luxueus zijn als voorheen. Bovendien kan het scheren van een kat huidirritatie en andere gezondheidsproblemen veroorzaken. Om deze redenen wordt het over het algemeen niet aanbevolen om een kat te scheren.