Wanneer uw kat of kitten wormen heeft, is dit het gevolg van contact met een parasiet (meestal een vlo) die het lichaam van uw kat is binnengedrongen. De meeste kittens worden met wormen geboren en zullen gedurende de maanden waaruit het kitten bestaat, meerdere keren moeten worden ontwormd (neem een medicijn dat de wormen doodt). Het is daarom noodzakelijk dat ELKE nieuwe kitten wordt gecontroleerd door een dierenarts om te zien of het wormen heeft en voor een algemeen gezondheidsonderzoek.
Rondwormen zijn de meest voorkomende bron van wormen bij kittens en lintwormen zijn de meest voorkomende bron van wormen bij volwassen katten. Spoelwormen komen via de moedermelk bij de kittens en meestal via verontreinigde grond bij de moeder. Een kitten met rondwormen zal een dikbuikig uiterlijk hebben. Rondwormen zelf zien eruit als spaghettinoedels en kunnen aanwezig zijn in ontlasting of braaksel. Ze zijn gemakkelijk te behandelen met orale medicatie.
Lintwormen bij volwassen katten zijn meestal het gevolg van het binnenkrijgen van een vlo (met de lintworm erin) door de kat tijdens een normale zelfverzorgingssessie. Buitenkatten kunnen ook lintwormen krijgen door het eten van prooien zoals rauw vlees en rauwe vis. Lintwormen zijn ongeveer 1 cm of 1/4 inch lang. Je ziet ze misschien rond de vacht rond de anus van je kat bewegen. Lintwormen die de anus van de kat hebben verlaten en zijn opgedroogd, zien eruit als rijstkorrels en kunnen worden gezien op plaatsen waar uw kat slaapt. Omdat de wormen meestal afkomstig zijn van vlooien, heeft uw kat waarschijnlijk ook vlooien. Daarom heeft het zowel ontworming als vlooienmedicatie nodig om de cyclus te stoppen. Zorg ervoor dat uw dierenarts beide scenario's controleert.
Extra info:
* Probeer nooit zelf een worm- of vlooienprobleem aan te pakken door een vrij verkrijgbaar geneesmiddel te kopen. Veel van deze medicijnen hebben bij katten de dood veroorzaakt. Haal altijd worm-/vlooienmedicatie bij uw dierenarts.
* Af en toe kunnen katten een reactie hebben op ontwormingsmedicatie (of welke medicatie dan ook), zelfs als deze is toegediend door uw dierenarts. Braken, diarree, beven of slechte coördinatie kunnen allemaal wijzen op een slechte reactie op de medicatie. In dit geval moet onmiddellijk contact worden opgenomen met de dierenarts.