Eigenaren van gezelschapsdieren zijn bijna net zo lang in een hokje gestopt als katten en honden zijn gedomesticeerd. Als je een kattenmens bent, moet je zeker afstandelijk, voorzichtig en onafhankelijk zijn, en als je een hondenliefhebber bent, ben je vriendelijker, speelser en loyaler, toch?
Onderzoekers van de Universiteit van Texas in Austin zijn onlangs begonnen te onderzoeken of deze ideeën enige waarheid bevatten. Met behulp van een wereldwijde online-enquête vroegen ze 4.500 mensen om zichzelf te identificeren als een kattenmens, een hondenmens, geen van beide of beide. Vervolgens moesten ze kiezen welke eigenschappen het beste bij hen pasten:openheid, nauwgezetheid, extraversie, vriendelijkheid of neuroticisme. De resultaten waren bijna precies zoals je zou verwachten. De meerderheid van de respondenten die zeiden dat ze meer introvert en gevoelig waren, bleken kattenmensen te zijn, terwijl degenen die zichzelf als extravert en aangenaam beschouwden, typisch hondenfans waren. In vervolgstudies vonden onderzoekers ondersteunend bewijs dat hondenliefhebbers ook levendig zijn en regels volgen, terwijl kattenmensen meer geremd en non-conformistisch zijn. En volgens een controversiële bevinding scoorden kattenmensen hoger op intelligentietests dan hondenmensen!
Dus wat zit er achter deze resultaten? Hier zijn drie inzichten in een typische kattenpersoon. Kijk of ze bij je passen...
Uit de bovenstaande onderzoeken bleek allemaal dat degenen die zich als hondenmensen identificeerden, vergelijkbare antwoorden gaven als degenen die zich zowel als honden- als kattenmensen identificeerden, en voor degenen die zeiden dat ze geen van beide waren. Maar de reacties van kattenmensen waren duidelijk anders dan die van alle andere groepen.
De onderzoekers stellen dat dit zou kunnen aantonen dat kattenmensen individualistischer zijn. Ze hebben een theorie dat, omdat het bezitten van een hond een wijdverbreide, populaire keuze is, hondenmensen de neiging hebben om zich meer te conformeren en als gevolg daarvan naar meer sociaal wenselijke persoonlijkheidskenmerken te neigen. Conventionele hondenliefhebbers zagen de ruimdenkendheid en creativiteit van kattenmensen ook als excentriek. Aan de andere kant ontdekten de onderzoekers dat kattenmensen over het algemeen neerkeken op degenen waarvan ze dachten dat ze bekrompen waren. Net als hun katten, vonden ze dat onafhankelijk zijn en zich onderscheiden van de massa als iets positiefs moest worden beschouwd.
In een onderzoek van Carroll University, Wisconsin, ontdekten psychologen dat kattenmensen over het algemeen hoger opgeleid waren en ook hoger scoorden op intelligentietests. Betekent dit echt dat kattenbezitters slimmer zijn dan hun hondenliefhebbende tegenhangers? Niet per se - het kan gewoon zijn dat ze, net als hun huisdieren, de neiging hebben om nieuwsgieriger te zijn.
Als bewijs wees de studie op de ideeën die ten grondslag liggen aan stereotypen van kattenmensen in de populaire cultuur, met name de 'gekke kattendame'. De uitdrukking dateert al in de middeleeuwen en is vaak toegepast op vrouwen die tegen de norm zijn ingegaan en traditionele rollen hebben uitgedaagd. Die intellectuele nieuwsgierigheid en de bereidheid om hun eigen pad te volgen, leidde tot de perceptie dat ze ook een beetje vreemd waren.
De onderzoekers ontdekten ook dat kattenliefhebbers van nature meer introvert zijn. In tegenstelling tot hondenbezitters, die de neiging hebben om naar buiten te gaan of op zoek gaan naar mogelijkheden voor sociale interactie, zeiden kattenmensen dat ze liever opkrullen met hun huisdieren en een goed boek. Deze keuze voor meer schoolse hobby's betekent dat kattenmensen waarschijnlijk op zoek gaan naar educatieve mogelijkheden en daarom slim overkomen.
Al deze bevindingen benadrukken dat kattenbezitters vaak een mix van tegenstrijdige eigenschappen zijn, waardoor ze complexer zijn dan hun over het algemeen rechttoe rechtaan hondenliefhebbende vrienden. Terwijl het onderzoek bijvoorbeeld aantoont dat kattenbezitters introvert zijn en zelfs vatbaar kunnen zijn voor neuroticisme, bleken ze onverwacht ook meer open te staan voor nieuwe ervaringen.
Psychologen denken dat dit komt omdat hondenmensen de neiging hebben te geloven dat de wereld behoorlijk gestructureerd en hiërarchisch is. Kattenbezitters zien dit niet zo en daarom is de kans groter dat ze nieuwe dingen proberen, zelfs als ze dat op een rustigere, minder extraverte manier doen. Hoewel de onderzoekers waarschuwen dat al deze bevindingen generalisaties zijn (ze gaan zelfs zo ver dat de verschillen tussen kattenmensen waarschijnlijk net zo groot zijn als de verschillen tussen katten- en hondenmensen), is één ding duidelijk:net als hun huisdieren houden katteneigenaren ervan om dingen doen op hun eigen voorwaarden.
