1. Kijk naar het fysieke uiterlijk. Mannelijke katten zijn doorgaans groter dan vrouwelijke katten, met grotere hoofden en bredere kisten. Ze hebben ook langere staarten en grotere poten. Vrouwelijke katten daarentegen zijn doorgaans kleiner en slanker, met kleinere hoofden en smallere kisten. Ze hebben kortere staarten en kleinere poten.
2. Controleer de vachtkleur. Mannelijke katten hebben doorgaans een grotere kans op een tabby- of schildpadvacht, terwijl vrouwelijke katten doorgaans een stevige vacht hebben. Dit is echter niet altijd het geval, dus het is geen betrouwbare manier om het geslacht van een kat te bepalen.
3. Kijk naar de geslachtsdelen. Mannelijke katten hebben een penis, terwijl vrouwelijke katten een vagina hebben. De penis bevindt zich aan de onderkant van de buik, net onder de anus. De vagina bevindt zich aan de onderkant van de staart, net onder de anus.
4. Voel het lichaam. Mannelijke katten hebben doorgaans een gespierder lichaam dan vrouwelijke katten. Vrouwelijke katten daarentegen hebben doorgaans een zachter en zachtaardiger lichaam.
5. Luister naar het miauw. Mannelijke katten hebben doorgaans een lagere miauw dan vrouwelijke katten. Vrouwelijke katten daarentegen hebben doorgaans een hogere miauw.
Als u nog steeds niet zeker weet of een kat een mannetje of een vrouwtje is, kunt u met de kat naar een dierenarts gaan. De dierenarts kan de kat onderzoeken en het geslacht bepalen.