1. Noorse boskat. Een ander groot, donzig kattenras, de Noorse Boskat, is goed aangepast aan koude klimaten. Hun vacht is lang en dik en ze hebben een dubbele vacht die hen warm houdt. Noorse Boskatten zijn er in verschillende kleuren en patronen, maar de meest voorkomende is bruine tabby.
1. Siberische kat. De Siberische kat komt oorspronkelijk uit Rusland en is zeer geschikt voor koude klimaten. Hun vacht is lang en dik en ze hebben een dichte ondervacht die hen warm houdt. Siberische katten zijn er in verschillende kleuren en patronen, maar de meest voorkomende is zilvertabby.
1. Ragdoll. Ragdolls staan bekend om hun volgzame temperament en hun mooie, lange vacht. Hun vacht is zacht en zijdeachtig en is verkrijgbaar in verschillende kleuren en patronen. Ragdolls zijn doorgaans grote katten en kunnen tot 20 kilo wegen.
1. Himalaya. Himalayans zijn een kruising tussen Siamese en Perzische katten. Ze hebben de lange, dikke vacht van een Perzische kat, maar ze zijn verkrijgbaar in een verscheidenheid aan kleuren en patronen die vergelijkbaar zijn met Siamese katten. Himalayans zijn doorgaans grote katten en kunnen tot 15 kilo wegen.
1. Birmaan. Birmanen zijn een heilig kattenras uit Birma. Ze staan bekend om hun mooie, lange vacht en hun zachte karakter. Birmaanbont is zacht en zijdeachtig en verkrijgbaar in verschillende kleuren en patronen. Birmanen zijn doorgaans middelgrote katten en kunnen tot 10 kilo wegen.
1. Turkse Angora. Turkse Angora's zijn een natuurlijk kattenras dat hun oorsprong vindt in Turkije. Ze staan bekend om hun lange, zijdeachtige vacht en hun sierlijke uiterlijk. Turks Angora-bont is verkrijgbaar in verschillende kleuren en patronen, maar de meest voorkomende is wit. Turkse Angora's zijn doorgaans middelgrote katten en kunnen tot 10 kilo wegen.