1. Bel uw dierenarts. Onmiddellijk. Zij zijn de beste mensen om u te adviseren over wat u moet doen, omdat zij uw hond en de medische geschiedenis kennen, zodat zij het beste advies kunnen geven. Houd uw hond kalm terwijl u met de dierenarts aan de telefoon bent. Probeer hem af te leiden met een speeltje of iets lekkers, zoals hondvriendelijke pindakaas.
2. Neem de onkruidverdelger mee naar de dierenarts, als je kunt. Hierdoor kunnen ze gemakkelijker achterhalen wat erin zit en de ernst van de situatie inschatten. Stel uw reis hiervoor echter niet uit als uw hond het al heeft opgegeten.
3. Als u uw dierenarts niet kunt bereiken, breng uw hond dan naar een spoeddierenarts. Zelfs dierenartsen buiten kantooruren kunnen dringende zorg verlenen aan zieke honden, en ze beschikken over alle apparatuur die ze nodig hebben om hen te ondersteunen als dat nodig is.
4. Probeer uw hond niet te laten braken. Sommige onkruidverdelgers zijn bijtend, dus het opwekken van braken kan feitelijk meer kwaad dan goed doen door de slokdarm te verbranden. De dierenarts kan dit met de juiste voorzorgsmaatregelen doen, maar zal in de meeste gevallen andere behandelmethoden gebruiken.
Zodra uw hond door een dierenarts is behandeld, dient u contact op te nemen met de Antigifhulplijn. Mogelijk hebben ze meer informatie nodig over uw hond en wat hij heeft ingenomen, dus zorg ervoor dat u alle details bij de hand heeft.