2. Bereid het neusdecongestivum voor. Volg de instructies van de dierenarts voor het toedienen van het neusdecongestivum. Meestal houdt dit in dat u de punt van het decongestivumflesje in het neusgat van de hond steekt en het medicijn gedurende de voorgeschreven duur spuit.
3. Houd het hoofd van uw hond stil. Kantel het hoofd van uw hond voorzichtig naar achteren en houd hem stil terwijl u het neusdecongestivum toedient. Dit zorgt ervoor dat het medicijn het beoogde gebied bereikt en niet in de longen wordt geïnhaleerd.
4. Geef uw hond iets lekkers. Nadat u het neusdecongestivum heeft toegediend, biedt u uw hond als beloning iets lekkers aan. Dit zal helpen een positieve associatie met de medicatie te creëren en het in de toekomst gemakkelijker toe te dienen.