1. Etui: Zowel mannelijke als vrouwelijke suikerzweefvliegtuigen hebben een buidel om hun jongen in te vervoeren. De buidel van het mannetje is echter kleiner en bevindt zich verder op de buik.
2. Afstand van de buidel tot de basis van de staart: Mannelijke suikerzweefvliegtuigen hebben doorgaans een langere afstand tussen de onderkant van de buidel en de basis van de staart dan vrouwtjes.
3. Achterpoten van het zweefvliegtuig: Mannelijke zweefvliegtuigen hebben een duidelijke "bult" nabij de basis van hun achterpoten die vrouwtjes missen. Dit is het resultaat van het bot en de spieren waarin de teelballen zich bevinden.
Over het algemeen zijn mannelijke suikerzweefvliegtuigen meestal groter en hebben ze een meer uitgesproken "baard" van vacht op hun kin. Het is echter belangrijk om te onthouden dat dit slechts algemene indicatoren zijn, en dat de beste manier om het geslacht van een suikerzweefvliegtuig te bepalen is door middel van een lichamelijk onderzoek door een gekwalificeerde dierenarts.