Op een bepaald moment in het leven van uw kat kunnen ze wormen krijgen. De symptomen variëren van lichte spijsverteringsproblemen tot ernstigere ziekten, dus u moet proberen uw kat zoveel mogelijk te beschermen.
Katten kunnen verschillende wormen oplopen, waaronder mijnworm, ringworm en hartworm; de meest voorkomende soorten wormen zijn rondwormen en lintwormen. Kittens kunnen spoelwormen van hun moeder krijgen terwijl ze borstvoeding geven, en volwassen katten krijgen ook vaak lintwormen. Wormen kunnen worden overgedragen door besmette personen en door het binnenkrijgen van besmette uitwerpselen, gras, parasieten en rauw vlees.
Dieren kunnen wormen hebben, maar zien er heel gezond uit - soms kun je de aanwezigheid van wormen alleen detecteren door de uitwerpselen van je kat te onderzoeken. Vaker wel dan niet zal uw kat echter tekenen van wormen vertonen, zoals diarree, afvallen, droge en grove vacht, zwakte en toegenomen eetlust. Als kittens veel wormen hebben, kunnen ze ook een opgezwollen buik hebben. U kunt mogelijk ook wormen zien in de ontlasting, het braaksel of rond de billen van uw kat. Coccidium (een bacterie) en toxoplasmose (een parasitaire ziekte) kunnen symptomen vertonen die vergelijkbaar zijn met die van wormen, dus als u een van deze symptomen ziet, kunt u het beste naar uw dierenarts gaan om de juiste behandelingskuur te vinden.
Wormen kunnen moeilijk te detecteren zijn, dus het is het beste om uw kat regelmatig te behandelen. Praat met uw dierenarts om het beste behandelplan voor uw huisdier te vinden. Gewoonlijk zal uw dierenarts ongeveer om de zes maanden een kuur met tabletten of een pasta voorschrijven aan uw kat. Vlooien kunnen lintwormen dragen, dus het is belangrijk om uw kat regelmatig tegen vlooien te behandelen; sommige vlooienbehandelingen bevatten een ontwormingsmiddel om u te helpen uw kat efficiënter te beschermen. Als uw kat drachtig is of onlangs is bevallen, vraag dan advies aan uw dierenarts over hoe u uw kat en kittens het beste tegen wormen kunt beschermen. Sommige soorten wormen kunnen van dier op mens worden overgedragen, dus zorgen voor een goede dierhygiëne is erg belangrijk; was en ontsmet regelmatig de voerbakken van uw dieren met diervriendelijk ontsmettingsmiddel, en doe hetzelfde met uw kattenbakken. Zorg ervoor dat u uw handen grondig wast tussen het hanteren van uw katten en het eten.
