Radon is een radioactief inert gas. Het is kleurloos, smaakloos en geurloos. Radon komt van nature voor in het milieu. Een andere bron van radon is radioactief verval van radium. Radon is een van de dichtste inerte gassen, waarbij de meest stabiele isotoop onder normale omstandigheden in gasvormige toestand wordt aangetroffen. Het gas uit natuurlijke bronnen kan zich ophopen in besloten ruimtes van gebouwen. Het is ook aanwezig in bepaalde warmwaterbronnen. Radon wordt beschouwd als een ernstig gevaar voor de gezondheid vanwege zijn radioactiviteit en kan de luchtkwaliteit binnenshuis aanzienlijk verontreinigen. Huisdieren, vooral honden, kunnen ernstig worden aangetast door blootstelling aan radon.
De belangrijkste bedreiging van radon is de mogelijkheid om het gas en zijn radioactieve zware bijproducten (lood, polonium en bismut) die zich in de lucht verzamelen, in te ademen en mogelijk ademhalingsstoornissen bij honden te veroorzaken. Deze vervalproducten kleven aan de cellen die de doorgang naar de longen bekleden.
Wetenschappelijk onderzoek concludeert dat radon en zijn isotopen kankerverwekkende effecten hebben op proefdieren, waaronder honden. Kanker wordt voornamelijk veroorzaakt door mutaties in de genen van een cel en kan het gevolg zijn van willekeurige mutatie, genetische, chemische of toxineblootstelling. Wanneer radon wordt ingeademd in combinatie met de vervalproducten, zoals sigarettenrook of uraniumertsstof, veroorzaakt het longcarcinomen zoals neuscarcinomen (d.w.z. een kwaadaardige tumor van epitheliale oorsprong), epidermale carcinomen en huidmassa's bij honden van beide geslachten. Er wordt aangenomen dat honden die worden blootgesteld aan verf, chemicaliën en stedelijke gebieden vaker kanker krijgen. Typische symptomen van honden met radonkanker zijn verlies van eetlust of anorexia, koorts, ademhalingsmoeilijkheden, hacking, abnormale zwellingen, kreupelheid en hoesten.
Honden die aan kanker lijden, vertonen mogelijk zelfs geen tekenen van ziekte, tenzij de ziekte ernstig wordt of zich in de laatste fase bevindt. De diagnose van kanker bij honden wordt daarom over het algemeen in een zeer laat stadium gesteld en is daardoor soms niet te genezen. Als de diagnose echter wordt gesteld (die is gebaseerd op lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek, biopsie, röntgenfoto's en/of echografie), omvat de behandeling operaties, bestralingstherapie, immunotherapie of chemotherapie. De dierenarts kan de eigenaar van het huisdier doorverwijzen naar een door de raad gecertificeerde oncoloog (kankerspecialist) voor verder onderzoek.
Als voorzorgsmaatregel moeten tests worden uitgevoerd om de niveaus van radon in het huis te controleren. Als het huis gevoelig wordt bevonden, moeten maatregelen worden genomen om de concentraties tot acceptabele niveaus te verlagen.
Neem altijd contact op met uw dierenarts voordat u het dieet, de medicatie of de lichaamsbeweging van uw huisdier verandert. Deze informatie is geen vervanging voor de mening van een dierenarts.