1. Raadpleeg een dierenarts:
Volg altijd de doseringsinstructies van uw dierenarts. Geef uw hond geen zelfmedicatie met antibiotica zonder professioneel advies.
2. Nauwkeurige diagnose:
Zorg voor een nauwkeurige diagnose van de onderliggende infectie voordat u met antibioticatherapie begint. De dierenarts zal het type en de ernst van de infectie bepalen en het juiste antibioticum voorschrijven.
3. Volg de voorgeschreven dosering:
Pas de voorgeschreven dosering of doseringsfrequentie niet aan zonder uw dierenarts te raadplegen, zelfs als het erop lijkt dat uw hond beter wordt.
4. Gewicht van de hond:
De meeste antibiotica worden gedoseerd op basis van het gewicht van de hond. Weeg uw hond nauwkeurig om er zeker van te zijn dat de juiste dosis wordt toegediend.
5. Medicatieformulier:
Antibiotica kunnen in verschillende vormen verkrijgbaar zijn, zoals orale tabletten, capsules, vloeibare suspensies of injecteerbare oplossingen. Volg de instructies voor het toedienen van de specifiek voorgeschreven vorm.
6. Orale antibiotica:
Zorg er bij orale antibiotica voor dat u de juiste doseringsvorm heeft voor de grootte van uw hond. Als uw hond weerstand biedt aan het slikken van pillen, kunt u uw dierenarts vragen naar gearomatiseerde of kauwbare vormen of technieken leren voor het toedienen van pillen aan honden.
7. Vloeibare suspensies:
Als uw hond vloeibare antibiotica voorgeschreven krijgt, schud de suspensie dan goed voor elk gebruik om de medicatie gelijkmatig te verdelen. Gebruik het meegeleverde meetapparaat of vraag uw dierenarts om advies over hoe u nauwkeurig kunt meten.
8. Injecteerbare middelen:
Injecteerbare antibiotica worden doorgaans één- of tweemaal daags toegediend en subcutaan of intramusculair geïnjecteerd. Uw dierenarts zal indien nodig de juiste instructies geven voor het toedienen van injecties.
9. Voeding en water:
Sommige antibiotica moeten mogelijk op een lege maag of met voedsel worden ingenomen. Volg de instructies van de dierenarts om te bepalen wat het beste tijdstip is om het antibioticum toe te dienen tijdens de maaltijd. Zorg ervoor dat uw hond te allen tijde toegang heeft tot vers water.
10. Duur van de behandeling:
Voltooi de gehele antibioticakuur, zelfs als uw hond zich beter lijkt te voelen. Het voortijdig stoppen van antibiotica kan resulteren in het onvolledig uitroeien van de infectie, wat kan leiden tot een terugval of antibioticaresistentie.
11. Bijwerkingen:
Let op mogelijke bijwerkingen, waaronder diarree, braken, gebrek aan eetlust of lethargie. Als u een ongewone reactie of bijwerkingen waarneemt, neem dan onmiddellijk contact op met uw dierenarts.
Vergeet niet dat antibiotica krachtige medicijnen zijn en verstandig moeten worden gebruikt. Ze mogen alleen aan honden worden toegediend onder toezicht en begeleiding van een gekwalificeerde dierenarts. Als u twijfels, zorgen of vragen heeft over de dosering of toediening van antibiotica, raadpleeg dan uw dierenarts voor persoonlijk advies en instructies die zijn afgestemd op de specifieke behoeften en conditie van uw hond.