Onderzoekers hebben een gemuteerd hondengen geïdentificeerd in de Zweedse Vallhund's dat zou kunnen leiden tot nieuwe therapieën voor de behandeling van menselijke blindheid.
Meer dan tien jaar geleden identificeerden onderzoekers een nieuwe progressieve netvliesziekte bij Zweedse Vallhund-honden (ook bekend als 'vikinghonden'). Dr. Andras Komaromy, een dierenarts-onderzoeker aan de Michigan State University, begon vikinghonden te onderzoeken nadat hij een telefoontje had gekregen van een fokker die zei dat hij mogelijk een nieuwe netvliesziekte had vastgesteld.
Vervolgens reisde hij naar hondenshows in Noord-Amerika en Scandinavië op zoek naar meer vikinghonden om te onderzoeken. Onderweg ontmoette hij Hannes Lohi en Paivi Vanhapelto die soortgelijk onderzoek deden in Finland. Ze werden collega's en reisden over drie continenten en zeven landen om meer monsters te verkrijgen.
Na het verkrijgen van bloedmonsters van 324 Zweedse Vallhund's konden ze een mutatiedefect identificeren op één MERTK-gen dat geassocieerd is met de nieuw beschreven retinale ziekte.
Het gen dat progressieve retina-atrofie veroorzaakt bij de vikinghonden is in verband gebracht met de menselijke ziekte retinis pigmentos. Erfelijke ziekten van het netvlies behoren tot de belangrijkste oorzaken van ongeneeslijke blindheid bij zowel mensen als honden. Retinis pigmentosa en glaucoom zijn de twee meest voorkomende ziekten die blindheid bij mensen veroorzaken.
Honden en mensen hebben een vergelijkbare oculaire anatomie. Deze overeenkomsten hebben geleid tot een beter begrip van netvliesaandoeningen en de ontwikkeling van nieuwe therapieën voor mensen. Met verder onderzoek hopen de wetenschappers een behandeling te ontwikkelen die het gemuteerde gen zal remmen.
Ze ontwikkelen ook een genetische marker die kan worden gebruikt om fokkers te helpen voorkomen dat de erfelijke ziekte wordt verspreid. Hetzelfde onderzoeksteam ontwikkelde een genetische marker voor primair glaucoom die vaak wordt aangetroffen bij een ander noords ras, de Noorse elandhond.
Naast het helpen ontwikkelen van nieuwe gentherapieën voor blindheid, drukken honden hun stempel op het medische veld. Op dit moment worden honden getraind om borstkanker op te sporen via buizen. Als het lukt, kan het een enorme impact hebben op de manier waarop kankerdiagnose wordt gesteld. Ze begonnen de borstkankerproef nadat was vastgesteld dat honden prostaatkanker met een nauwkeurigheid van 98% konden detecteren.
Er is ook het lopende onderzoek dat wordt gedaan aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Pennsylvania om vaccins voor botkanker te maken. Honden met botkanker ondergaan een nieuwe behandeling, immunotherapie genaamd, die tot nu toe veelbelovende resultaten heeft opgeleverd.
Tijdens fase 1 van de klinische proef vertoonden de honden die het vaccin kregen geen tekenen van uitgezaaide verspreiding en de tumoren worden beschreven als inert. Het molecuul waarop ze zich richten in het vaccinonderzoek is hetzelfde molecuul bij kinderen met osteosarcoom en bepaalde borstkankers.
Honden zijn niet alleen onze beste vrienden, ze worden ook gerekruteerd om ons te helpen in de strijd tegen kanker.
