Lucas heeft een hekel aan de auto.
Vanaf de dag dat we hem bij het asiel ophaalden – toen hij zichzelf tot een pannenkoek platdrukte om te voorkomen dat hij op de achterbank ging zitten – tot de dag dat hij in de zijzakken van de deur hapte, is Lucas nooit, nooit goed geweest in de auto.
Hij loopt. Hij kwijlt. Hij zeurt.
Cooper is ook niet geweldig in de auto, hoewel niet omdat hij niet van rijden in de auto houdt. Sterker nog, hij krult zich vaak op en gaat slapen. Hij is niet geweldig, want hij wil blaffen tegen alles en iedereen die we passeren. Oh, en God verhoede dat er een motorfiets achter of naast ons stopt. In de geest van Cooper is het alsof de zombies aanvallen. En al dat plotselinge geblaf? Goed voor de concentratie van de bestuurder...
Hoe dan ook, met mijn oncoloog zo ver weg van mij maar zo dicht bij het huis van mijn ouders, hebben we de 90 mijl vaak heen en weer gereden. Dus ik heb lekkernijen en de clicker meegebracht (disclaimer:ik raad aan om de clicker alleen te gebruiken bij stoplichten en dergelijke...).
Ik denk dat we vooruitgang boeken.
Hier is de scène van onze laatste reis vanuit Indy. Het witte hoofdje is trouwens de hond van mijn moeder, Otto, die een paar dagen bij ons kwam logeren.
Ziet eruit als een enorme verbetering, nietwaar?
Hoe doen jullie honden het in de auto? Welke tips of trucs hebben voor u gewerkt, afgezien van traktaties en de clicker - en ze enorm vermoeien voor de rit?