1) Maak een werpkist klaar. Dit moet een grote, schone doos zijn, bekleed met kranten of handdoeken. De doos moet in een rustige, warme kamer worden geplaatst.
2) Zorg ervoor dat de moederhond zich op zijn gemak voelt. Misschien wil ze in de werpkist nestelen, of misschien wil ze bij jou in de buurt blijven. Als ze angstig is, probeer haar dan te kalmeren door haar te aaien en met een kalmerende stem tegen haar te praten.
3) Wacht tot de pups geboren zijn. De pups worden meestal met de kop naar voren geboren, maar ze kunnen ook in stuitligging (staart eerst) geboren worden. Als een puppy in stuitligging wordt geboren, moet u hem mogelijk voorzichtig aan de poten eruit trekken.
4) Zodra de puppy geboren is, maakt u zijn neus en mond schoon, zodat hij kan ademen. Je kunt ook over het lichaam van de puppy wrijven om de bloedsomloop te stimuleren.
5) Laat de moederhond haar pups likken. Dit zal helpen om ze schoon te maken en eventueel achtergebleven vocht uit hun longen te verwijderen.
6) Knip de navelstreng door. De navelstreng is het snoer dat de pup met de placenta verbindt. Het moet ongeveer een centimeter van het lichaam van de puppy worden afgesneden. U kunt een scherpe schaar gebruiken om het snoer door te knippen.
7) Weeg de pups. Pups moeten binnen 24 uur na de geboorte worden gewogen. Dit zal u helpen hun groei en ontwikkeling te volgen.
8) Voer de puppy's. Puppy's moeten colostrum krijgen, dit is speciale melk die door de moederhond wordt geproduceerd. Colostrum voorziet de pups van essentiële voedingsstoffen en antistoffen.
9) Houd de pups warm. Puppy's worden geboren met heel weinig lichaamsvet, dus ze moeten warm gehouden worden. U kunt een warmtelamp of een verwarmingskussen gebruiken om de pups warm te houden.
10) Houd de pups nauwlettend in de gaten. Puppy's zijn erg kwetsbaar, dus het is belangrijk om ze nauwlettend in de gaten te houden op tekenen van ziekte. Als u zich zorgen maakt over de pups, neem dan onmiddellijk contact op met uw dierenarts.