Baardagamen danken hun naam aan het vermogen om zakjes in hun nek te "puffen". De nekzakjes zijn rijen schubben die van kleur kunnen veranderen en zichtbaar zijn op zowel mannelijke als vrouwelijke hagedissen. Baardagamen, ook wel 'baardjes' genoemd, zijn sociale beestjes die ervan houden om gebieden te onderzoeken en vastgehouden te worden.
Jonge kuikens zijn erg delicaat en hebben de eerste twee weken van hun leven weinig hantering nodig. Zodra de baby's zijn uitgekomen, mag u ze alleen hanteren als dit nodig is voor het verplaatsen van hun leefgebied of gezondheidsproblemen. Veel baardagamenbaby's komen uit met een eierzak die er nog aan zit. Het verplaatsen van het dier kan ertoe leiden dat de eierzak scheurt of van het lichaam van de bebaarde scheurt. Voorkom ongelukken door een baby van een baardagaam alleen vast te houden als dat nodig is, bijvoorbeeld als je hem van het uitgebroede ei naar een nieuwe habitat moet verplaatsen.
Na een leeftijd van twee weken kun je je baardagaam vaker vasthouden. De eierzak zal op dit punt in de hagedis zijn opgenomen of eraf zijn gevallen. Jonge draken hebben nog steeds extra zorg nodig bij het hanteren vanwege hun nog steeds zachte lichamen. Pak een baard van de zijkant op en laat hem op je vingers lopen. Open je handpalmen plat om je draak op je handen en armen te laten klimmen. Op deze jonge leeftijd zullen veel draken zich aan je vingers "klampen". Wees voorzichtig als je jonge draak probeert te "rennen"; in plaats van hem stevig vast te pakken, pak je de draak voorzichtig vast om te voorkomen dat je hem platdrukt. Jonge kinderen mogen jonge baardagamen niet aanraken.
Volwassen baardagamen zijn stevig en gaan graag op ontdekkingstocht. Pak ze voorzichtig maar stevig vast aan hun lichaam en ondersteun de staart op je arm. Een niet-ondersteunde staart zorgt ervoor dat een draak op elke leeftijd uit balans raakt. Houd "snoep", zoals waswormen, in je handen om je draak te verleiden om daar te blijven. Als je je draak het huis wilt laten verkennen, plaats dan een warmtelamp laag bij de grond zodat hij op elk moment in het licht kan zonnebaden.
Er is geen vaste tijdslimiet voor het vasthouden van je bebaarde draak, maar er zijn waarschuwingssignalen waar je op moet letten als je denkt dat je je draak te veel vasthoudt. Als je baardagaam niet eet of lopende ontlasting heeft, kan zijn lichaamstemperatuur te laag zijn. De lichaamstemperatuur van een baardagaam moet 100 graden Fahrenheit zijn voor een goede spijsvertering. Als je huis het te koud heeft of als je draak te lang weg is van zijn warmtebron, kan hij ziek worden. Neem contact op met uw dierenarts als u vermoedt dat uw baardagaam ziek is.