In de adolescentie worden mensen onafhankelijker en zelfbewuster. Ze ontwikkelen ook een groter vermogen tot logisch redeneren en empathie. Het is echter nog steeds waarschijnlijker dat ze risico's nemen en impulsief gedrag vertonen.
Op jonge volwassenheid , mensen worden meer gesetteld en verantwoordelijker. Ze ontwikkelen ook een stabieler zelfgevoel en een groter vermogen tot intimiteit. Ze kunnen echter ook meer stress en angst ervaren als ze werk, gezin en andere verantwoordelijkheden in evenwicht houden.
Op middelbare leeftijd raken mensen doorgaans meer gefocust op hun carrière en gezin. Ze kunnen zich ook meer zorgen maken over hun gezondheid en financiën. Ze kunnen echter ook een gevoel van leegte of stagnatie ervaren als ze nadenken over hun leven.
Op oudere leeftijd worden mensen doorgaans reflectiever en filosofischer. Ze kunnen ook spiritueler worden en zich zorgen maken over hun nalatenschap. Ze kunnen echter ook een achteruitgang in de fysieke en mentale gezondheid ervaren.
Uiteraard zijn dit slechts algemene trends. De individuele ontwikkeling kan enorm variëren, en er bestaat niet één ‘juiste’ manier om ouder te worden. Sommige mensen kunnen in de loop van de tijd aanzienlijke veranderingen in hun gedrag ervaren, terwijl anderen relatief consistent kunnen blijven. Uiteindelijk wordt de manier waarop iemands gedrag verandert met de leeftijd bepaald door een complex samenspel van biologische, psychologische en omgevingsfactoren.