Je hebt misschien gehoord van een obsessief-compulsieve stoornis, maar wist je dat katten ook vormen van deze stoornis kunnen hebben? Obsessief-compulsief gedrag bij katten kan betekenen dat uw kat een obsessief-compulsieve stoornis heeft. Het gedrag kan echter secundair zijn aan andere gezondheids- of gedragsproblemen.
Obsessief-compulsieve stoornis, vaak afgekort als OCS, is een gedragsstoornis die ervoor zorgt dat een kat bepaalde "rituelen" uitvoert zonder schijnbaar goede reden. Dit zijn over het algemeen abnormale, repetitieve en overdreven gedragingen die geen praktisch doel lijken te dienen.
Er is geen specifieke bekende oorzaak van katachtige OCS, maar het lijkt vaker voor te komen bij bepaalde kattenrassen. Katachtige OCS kan genetisch zijn, maar dit is onzeker.
Katten met OCS zullen een of meer obsessief-compulsieve gedragingen vertonen. Sommige katten zullen verschillende abnormale gedragingen vertonen, terwijl anderen slechts één primair obsessief-compulsief gedrag vertonen.
Al deze gedragingen kunnen beginnen als normale incidentele activiteiten voor uw kat. Of het gedrag kan worden veroorzaakt door omgevings- of fysieke situaties. Na verloop van tijd kan het gedrag gefixeerd raken, waardoor er geen externe triggers meer nodig zijn om te beginnen. Obsessief-compulsief gedrag kan worden versterkt door pijnstillende en plezier-inducerende chemicaliën in de hersenen. Het gedrag kan zelfs een copingmechanisme worden voor een kat in een stressvolle situatie of een kat met angst.
OCS kan niet worden gediagnosticeerd met een specifieke test. Gewoonlijk is het gedragspatroon voldoende om OCS te vermoeden. Het is echter belangrijk om andere oorzaken van het gedrag uit te sluiten voordat een diagnose wordt gesteld. Als uw kat obsessief-compulsief gedrag vertoont, raadpleeg dan eerst uw dierenarts.
Om OCS bij katten te diagnosticeren, moet de dierenarts eerst medische oorzaken van het gedrag van uw kat uitsluiten. Overgrooming kan bijvoorbeeld te maken hebben met een huidprobleem. Uw dierenarts zal u verschillende vragen stellen over de geschiedenis en het gedrag van uw kat. Het kan handig zijn om de dierenarts een video te laten zien van uw kat die abnormaal gedrag vertoont. Er wordt lichamelijk onderzoek gedaan om afwijkingen op te sporen. De dierenarts kan ook laboratoriumtests aanbevelen om problemen uit te sluiten die niet alleen met een onderzoek kunnen worden opgespoord.
Als alle testen weer normaal zijn, kan uw dierenarts nog steeds besluiten dat uw kat inderdaad OCS heeft. De dierenarts bespreekt de behandelmogelijkheden met u. In ernstige gevallen kan uw dierenarts u doorverwijzen naar een gedragstherapeut.
Er is geen remedie bekend voor OCS, maar er zijn enkele behandelingen die de symptomen kunnen verminderen of zelfs elimineren.
Allereerst, doe je best om je kat niet te kalmeren, te troosten of te belonen wanneer ze obsessief-compulsief gedrag vertoont. Dit kan het gedrag versterken, waardoor uw kat het nog meer doet. Richt u in plaats daarvan op het bijhouden van een voorspelbaar schema voor uw kat. Het volgen van een vaste dagelijkse routine kan uw kat geruststelling geven en stress verminderen.
Voedingssupplementen of natuurlijke remedies kunnen door uw dierenarts worden aanbevolen om het stressniveau van uw kat te verminderen. Deze kunnen met of zonder voorgeschreven medicijnen worden gebruikt, afhankelijk van de ernst van de OCS van uw kat. Kalmerende supplementen kunnen tryptofaan, L-theanine, vitamines en kruiden bevatten.
Sommige dierenartsen zijn zelfs begonnen met het aanbevelen van op hennep gebaseerde CBD (cannabidiol) bij huisdieren met angst. Houd er rekening mee dat dit NIET op marihuana is gebaseerd, omdat dat giftig kan zijn voor katten.
Medicijnen op recept zijn vaak nodig voor katten met matige tot ernstige OCS. Deze medicijnen veranderen de hersenchemie om stress te verminderen en het patroon van ongeordend gedrag te veranderen.
Als uw kat aan OCS lijdt, zorg er dan voor dat u contact houdt met uw dierenarts over de voortgang van uw kat. Verander of stop niet met medicijnen zonder dit eerst met uw dierenarts te bespreken. Weet dat behandelprotocollen mogelijk periodiek moeten worden aangepast. Zorg ervoor dat u uw dierenarts onmiddellijk op de hoogte stelt als het gedrag van uw kat verandert.