Je zult eerst merken hoe massief de Siberische Boskat is, meestal tussen de 17 en 26 pond, waarbij het mannetje over het algemeen groter is dan het vrouwtje. Veel groter en zwaarder dan de meeste katten, het is zowel krachtig als sterk.
De vacht van de Siberische kat is lang en zwaar, met een strakke ondervacht die dikker wordt om zich aan te passen aan het koude weer. Zijn vacht is ook olie- en waterbestendig en wordt vaak in verschillende kleuren gezien.
Het Siberische kattenras is aanhankelijk en intelligent en kan zelden zijn eigen problemen oplossen. De kat voelt zich ook aangetrokken tot water, gooit er af en toe speelgoed in of speelt eromheen. Ondanks de grootte van de kat is de Siberiër behoorlijk wendbaar en kan hij gemakkelijk op boekenkasten of op kasten springen.
Hoewel nieuw in de Verenigde Staten, is het Siberische kattenras verre van nieuw voor de Aziatische en Europese continenten. De exacte tijd en plaats van hun eerste verschijning in Siberië is onbekend, maar men denkt dat ze samen met de eerste Russische immigranten zijn geëmigreerd. Generaties van leven in het barre klimaat van Siberië hebben geleid tot de evolutie van een zeer instinctieve, sterke en sterke kat.
Het is ook onzeker wanneer de Siberische Boskat in Europa werd geïntroduceerd, maar het ras werd beschreven in Harrison Weir's laat negentiende-eeuwse boek, Our Cats and All About Them, als een van de drie langharen die vertegenwoordigd waren op de eerste kattenshow, gehouden in Engeland in de 18e eeuw.
Elizabeth Terrell, een fokker uit Baton Rouge, Louisiana, is verantwoordelijk voor het naar Amerika brengen van deze katten. In de eerste plaats een fokker uit de Himalaya, ontdekte ze via een artikel in een vakblad uit 1988 dat een vereniging van Russische kattenliefhebbers op zoek was naar het importeren (en vestigen) van het Siberische kattenras in Rusland. Terrell ruilde in 1990 vier Himalayans aan Nelli Sachuk, een lid van de Kotofei-kattenclub in St. Petersburg, in ruil voor drie Siberiërs:een mannetje (Kaliostro Vasenjkovich) en twee vrouwtjes (Ofelia Romanova en Naina Romanova).
Ze besteedde zowel tijd als geld aan een fokprogramma en baseerde later de American Standard - een abstract esthetisch ideaal voor het diertype - op de Russian Standards. Bezorgd over het oprichten van een rasechte Siberische kat, richtte ze vervolgens een inter-registry rasclub op, die ze Taiga noemde.
Hoewel de Siberiër een zeldzaam ras is, wint het aan belangstelling en is het op weg naar erkenning en faam.