1. Temperatuur: Honden die in warme klimaten leven, hebben de neiging meer te verharen dan honden in koudere klimaten. Dit komt omdat ze in de lente en zomer hun winterjassen uitdoen om zich aan te passen aan de warmere temperaturen. Rassen die oorspronkelijk zijn ontwikkeld voor koude weersomstandigheden, zoals Huskies en Malamutes, hebben dikkere jassen om ze warm te houden, en ze verharen doorgaans twee keer per jaar, in de lente en de herfst, zwaar om hun lichaamstemperatuur te reguleren.
2. Luchtvochtigheid: Vochtigheidsniveaus kunnen ook de vervelling beïnvloeden. Honden die in een vochtig klimaat leven, kunnen meer verharen dan honden die in een droog klimaat leven, omdat het vocht in de lucht hun ondervacht vochtig houdt en voorkomt dat het dode haar uitvalt.
3. Neerslag: Regenval kan bijdragen aan het uitvallen van haar door dood haar weg te spoelen en nieuwe haargroei te stimuleren. Honden die in gebieden met veel regenval leven, kunnen meer verharen dan honden die in gebieden met weinig regenval leven.
4. Zonlicht: Zonlicht speelt een rol bij het reguleren van de productie van melatonine, een hormoon dat de haargroei en -uitval beïnvloedt. Honden die in gebieden met lange perioden van zonlicht leven, kunnen meer verharen dan honden die in gebieden met kortere perioden van zonlicht leven.
5. Ras en dubbele vacht: Sommige hondenrassen, zoals Golden Retrievers en Labrador Retrievers, hebben een dubbele vacht, die bestaat uit een dichte ondervacht en een grovere buitenvacht. Deze dubbelgecoate honden werpen doorgaans zwaarder dan honden met enkele jassen.
Het is belangrijk op te merken dat het klimaat en de locatie weliswaar van invloed kunnen zijn op het uitstoten van honden, maar dat dit niet de enige factoren zijn. Genetica, voeding en algehele gezondheid kunnen ook een belangrijke rol spelen in hoeveel en wanneer een hond werpt.