Werkhonden:In het verleden werd bij bepaalde werkhondenrassen, zoals herders- of jachthonden, de staart gecoupeerd om verwondingen tijdens hun respectievelijke taken te voorkomen. Bij herdershonden kan de staart bijvoorbeeld zijn gecoupeerd om te voorkomen dat er door vee op wordt getrapt, terwijl de staart van jachthonden mogelijk is gecoupeerd om verstrikking in dichte vegetatie te voorkomen.
Oorlog en jacht:In sommige gevallen werd het couperen van de staart gedaan bij militaire of jachthonden om ze efficiënter te maken in gevechts- of jachtsituaties. Een gecoupeerde staart kan een voordeel bieden tijdens gevechten van dichtbij of de behendigheid van de hond verbeteren tijdens het achtervolgen van prooien.
Rasstandaarden:Voor veel hondenrassen werd het couperen van de staart een integraal onderdeel van het standaarduiterlijk van het ras, zoals gedefinieerd door kennelclubs en rasorganisaties. Het couperen van de staart werd uitgevoerd om een gewenste esthetiek te bereiken of om te voldoen aan specifieke raskenmerken.
Het is echter belangrijk op te merken dat de noodzaak en de ethische implicaties van het couperen van staarten de afgelopen jaren uitgebreid zijn besproken. Tegenwoordig hebben veel landen en regio's strikte regels of een regelrecht verbod op het couperen van staarten, tenzij dit medisch noodzakelijk wordt geacht. Als gevolg hiervan wordt het couperen van de staart steeds ongebruikelijker en in veel delen van de wereld buiten de praktijk.