Wolven en honden hebben allebei hetzelfde aantal tanden; jonge pups hebben 28 melktanden, terwijl volwassenen 42 blijvende tanden hebben. De tanden van wolven zijn echter vaak aanzienlijk langer dan die van gedomesticeerde honden. In feite kunnen de grote hoektanden van wolven langer zijn dan 1 inch. Bovendien komen sommige gebitsproblemen, zoals het ontstaan van extra tanden, vaker voor bij honden dan bij wolven.
Naast hun massieve gebit, kunnen wolven harder bijten dan honden. Vanwege de moeilijkheden bij het consistent en nauwkeurig meten van bijtkracht en de verscheidenheid aan verschillende technieken die wetenschappers gebruiken om bijtkrachten te meten, staan de door wetenschappers verzamelde gegevens echter vaak op gespannen voet met elkaar.
Zowel het California Wolf Center als het Wolf Conservation Center beweren bijvoorbeeld dat wolven ongeveer 1.500 pond druk per vierkante inch kunnen produceren, wat volgens de organisaties twee keer de kaakkracht is van een Duitse herder. Het International Wolf Centre stelt echter dat wolven in staat zijn om 398 pond druk per vierkante inch uit te oefenen, terwijl gedomesticeerde honden slechts ongeveer 320 pond per vierkante inch genereren. In een onderzoek uit 2009 verdoofde hoofdonderzoeker Jennifer Ellis een groep honden en dwong ze vervolgens hun kaken op elkaar te klemmen via elektrische stimulatie. Na analyse van de verzamelde gegevens, ontdekte ze dat mastiffs meer dan 550 pond per vierkante inch konden genereren.