Hoog en kwispelend: Opwinding, geluk of een vriendelijke uitnodiging om te spelen.
Laag en kwispelend: Vertrouwen, troost of tevredenheid.
Recht omhoog gehouden: Waakzaamheid of interesse, vooral in combinatie met spitse oren.
Laag gehouden: Onderwerping, angst of ongerustheid.
Verstopt tussen de benen: Angst, onderwerping of extreme stress.
Snel kwispelen: Opwinding of ongeduld.
Langzaam kwispelen: Ontspannen, tevreden of onverschillig.
Stijf kwispelen: Een onzekere of conflictueuze emotie, zoals opwinding vermengd met angst.
Omcirkelen: Een intentie om te bewegen, vaak in de richting van iets (bijvoorbeeld een persoon of een ander dier) dat de aandacht van de hond heeft getrokken.
Abrupte staartbeweging: Een teken van irritatie of ergernis, vaak met de oren naar achteren.
Het is belangrijk op te merken dat staartbewegingen niet altijd eenvoudig zijn en kunnen variëren afhankelijk van de persoonlijkheid en situatie van de individuele hond. Lichaamstaal moet als een geheel worden geïnterpreteerd, waarbij de positie van de staart in combinatie met andere signalen zoals oorpositie, gezichtsuitdrukking en houding in ogenschouw wordt genomen. Als u niet bekend bent met een bepaalde hond, kunt u het beste voorzichtig zijn en professionele begeleiding of informatie inwinnen bij de eigenaar van de hond voordat u aannames maakt die uitsluitend op staartbewegingen zijn gebaseerd.