De Engelse Bulldog is een middelgrote hond en is verkrijgbaar in verschillende kleuren. Deze hond, afkomstig van de eilanden van Groot-Brittannië, is nu een populair gezinshuisdier. De bulldog is vooral bekend om zijn unieke fysieke gestalte en kalme, lieve karakter.
Engelse buldoggen hebben een lange geschiedenis en danken hun naam aan de oude Engelse sport van stierengevechten. Bulldogs waren oorspronkelijk vechthonden, maar toen de sport eenmaal verboden was, hebben gewetensvolle fokkers het ras behouden, de felle kenmerken geëlimineerd en een gezinsvriendelijk huisdier gecreëerd.
Engelse buldoggen zijn 12 tot 16 inch hoog op de eindvervaldag en variëren van 40 tot 50 pond in gewicht. De vacht van een typische bulldog is glad, kort, recht en plat. De honden worden gekenmerkt door hun gehurkte gestalte en korte, gerimpelde gezichten.
Bulldogs zijn er in verschillende kleuren. Volgens de specificaties van de American Kennel Club hebben vachtkleuren de voorkeur in de volgende volgorde:rood gestroomd; alle andere gestroomd; effen wit; effen rood, fawn of braak; gevlekt.
Piebald is een niet-symmetrisch, willekeurig wit patroon dat door de hele vacht van de hond voorkomt. Bulldogs hebben verschillende variaties van gevlekt kleuren:rood gevlekt, rood gestroomd gevlekt, fawn gestroomd gevlekt, gestroomd gevlekt. Dit betekent dat die kleuren als vlekken of "zadels" op een witte achtergrond voorkomen. Opgemerkt moet worden dat een "perfecte" gevlekte kleur de voorkeur heeft boven een modderige gestroomde of defecte effen kleur.
Vanwege de gezichtsstructuur van de Engelse bulldog zijn deze honden vatbaar voor snuiven, snuiven en snurken. De verkorte neus, standaard bij buldoggen, verhoogt het risico op oververhitting. Deze honden moeten altijd op schaduwrijke plaatsen worden gehouden, met voldoende luchtcirculatie, om ademhalingsmoeilijkheden te voorkomen.
Het gevlekte spotten-gen creëert het gevlekte patroon en wordt vaak gezien bij beagles, buldoggen, cocker-spaniëls en Engelse setters. Dit patroon kan verband houden met doofheid, maar is meestal alleen een probleem als het binnenoor ook geen pigment bevat (dat wil zeggen, als het binnenoor ook wit is).