1. Fysieke kenmerken
- Grootte: Wilde honden zijn over het algemeen groter dan gedomesticeerde honden, met een sterkere bouw en een gespierder frame.
- Bont: Wilde honden hebben doorgaans een dikkere en dichtere vacht dan gedomesticeerde honden, waardoor ze isolatie bieden in koudere omgevingen.
- Oren: Wilde honden hebben vaak puntige en rechtopstaande oren, terwijl gedomesticeerde honden verschillende oorvormen kunnen hebben, waaronder slappe of rechtopstaande oren.
2. Gedrag
- Sociale structuur: Wilde honden leven in sociale roedels met gevestigde hiërarchieën, terwijl gedomesticeerde honden al dan niet roedelachtig gedrag vertonen, afhankelijk van hun ras en socialisatie.
- Jagen: Wilde honden zijn ervaren jagers die vertrouwen op hun scherpe zintuigen en teamwerk om prooien op te sporen en te vangen. Gedomesticeerde honden worden daarentegen vaak door mensen gevoerd en hebben mogelijk een deel van hun jachtinstinct verloren.
- Communicatie: Wilde honden gebruiken vocalisaties, lichaamstaal en geurmarkeringen om met elkaar te communiceren. Gedomesticeerde honden hebben veel van deze communicatiemethoden behouden, maar hebben ook geleerd te reageren op menselijke bevelen en signalen.
3. Dieet
- Voedselbronnen: Wilde honden consumeren voornamelijk vlees en ander dierlijk voedsel verkregen door de jacht. Gedomesticeerde honden hebben een gevarieerder dieet dat bestaat uit commercieel voer voor huisdieren, door mensen verstrekte maaltijden en af en toe een schoonmaakbeurt.
4. Leefgebied
- Gebied en bereik: Wilde honden hebben grotere territoria en een groter bereik vergeleken met gedomesticeerde honden, omdat ze meer ruimte nodig hebben om te jagen en te overleven. Het bereik van gedomesticeerde honden wordt doorgaans beperkt door het eigendom of de buurt van hun menselijke eigenaren.
5. Socialisatie
- Interactie met mensen: Wilde honden zijn over het algemeen voorzichtig in de buurt van mensen en kunnen verlegenheid of agressie vertonen. Gedomesticeerde honden daarentegen zijn selectief gefokt om vriendelijk en comfortabel met mensen om te gaan.
6. Genetica en evolutie
- Genetische diversiteit: Wilde honden vertonen een grotere genetische diversiteit dan gedomesticeerde honden vanwege het gebrek aan selectief fokken. Gedomesticeerde honden hebben specifieke rassen met verschillende genetische kenmerken.
- Aanpassing aan de omgeving: Wilde honden hebben zich aangepast aan verschillende omgevingen, waaronder bossen, graslanden en zelfs stedelijke gebieden. Gedomesticeerde honden hebben zich ook aangepast aan verschillende klimaten en levensomstandigheden, maar zijn voor voedsel en onderdak afhankelijk van mensen.
Het is belangrijk op te merken dat deze verschillen generalisaties zijn en dat er variaties kunnen zijn binnen zowel wilde als gedomesticeerde hondenpopulaties. Er bestaan hybriden tussen wilde en gedomesticeerde honden, bekend als wolfhonden, die een mix van kenmerken van beide groepen kunnen vertonen.