Katten zijn ongelooflijk flexibel. Kijk maar eens naar een slow-motionvideo van een kat die van een hoge richel springt of zichzelf in de lucht voortstuwt om een insect te grijpen. Hun bewegingen zijn een gesynchroniseerde weergave van kracht en behendigheid die door geen enkel ander dier wordt geëvenaard.
Er zijn twee primaire evolutionaire redenen waarom katten zo flexibel zijn:roofdieren vermijden en prooien vangen. Gelukkig kunnen ze door hun unieke lichaamsstructuur experts zijn in beide!
Ze zijn niet alleen efficiënte roofdieren, maar katten zijn ook potentiële prooien. Dit betekent dat ze snel, krachtig en flexibel moeten zijn om het voedsel te vangen dat ze nodig hebben om te overleven en vermijd het diner van een groter dier te worden. Hun achterpoten zijn sterk genoeg om ze tot negen keer hun eigen lengte recht de lucht in te stuwen. Door hun slanke en slanke lichaam kunnen ze zich door krappe ruimtes wurmen. En ze kunnen tijdens het rennen plotseling van richting veranderen of zichzelf in de lucht rechtzetten om op hun voeten te landen.
Met inbegrip van hun staart, hebben katten tot 53 wervels (individuele ruggengraatbeenderen) en kunnen hun lichaam in hoeken tot 180 graden draaien. Om dat in perspectief te plaatsen:mensen hebben doorgaans 33 wervels en kunnen slechts ongeveer 90 graden in beide richtingen draaien.
Terwijl de ruggengraatbeenderen van alle gewervelde dieren worden gescheiden door schokdempende schijven, hebben katten iets extra's. Hun schijven hebben een flexibele, elastische demping die hun sierlijke draaien en draaien in de lucht mogelijk maakt.
Dankzij de flexibele stekels van katten kunnen ze ook ongelooflijk snelle renners zijn, met snelheden tot 30 mijl per uur. Ze verlengen hun pas door hun ruggengraat te buigen en uit te strekken, waarbij ze hun lichaam tot hun maximale lengte strekken naarmate hun snelheid toeneemt.
James R. Richards, directeur van het Cornell Feline Health Center beschrijft de anatomie van de kattensprint:
Als je recht naar je kat kijkt, zul je merken dat zijn "schouders" praktisch niet bestaan. De katachtige scapula (schouderblad) is door diepe en ondiepe spieren aan de rest van het lichaam bevestigd. Bij mensen en de meeste andere landzoogdieren sluit het schouderblad ook aan op de humerus (bovenarmbeen), maar dit is niet het geval bij katten.
Met niets anders dan een complex systeem van spieren die hun schouderbewegingen regelen, hebben katten maximale flexibiliteit. Het schouderblad kan vrij bewegen als de kat beweegt, wat de loopsnelheid en wendbaarheid ten goede komt.
Naast hun vrij bewegende, gespierde schouders, hebben katten ook kleine sleutelbeenderen, waardoor ze hun lichaam plat kunnen maken en zich door krappe ruimtes kunnen wurmen.
Onze huiskatten gebruiken hun flexibiliteit misschien alleen om in schattige slaaphoudingen te kruipen, maar onthoud dat er een natuurlijk roofdier in zit. Met hun unieke skeletstructuur en spierstelsel is elke kat een atletisch wonder dat wacht op een kans om zijn vaardigheden te tonen!
