De Argentijnse poolhond is een uitgestorven Argentijns hondenras dat tot het einde van de 20e eeuw in Argentinië bestond. Deze grote honden werden door de Argentijnse legers gebruikt om hun bases op Antarctica uit te rusten en te beschermen.
De Argentijnse poolhond had een gigantisch lichaam met een dikke en dubbelgecoate vacht. Ze hadden ook vier scherpe tanden of hoektanden waardoor ze gemakkelijk vlees konden snijden en scheuren.
De Argentijnse poolhond is ontstaan in het midden van de 20e eeuw in Argentinië. Het is gemaakt door rassen zoals Alaskan Malamute, Greenland Dog, Manchurian Spitz en Siberian Husky te mengen. Toen Argentinië zichzelf begon te identificeren als een bicontinentaal land, wilde het Argentijnse leger de zuidpool bereiken.
In de jaren vijftig, generaal Hernán Pujato bracht de sledehonden mee uit Groenland en Alaska. Daarna begon een team van meer dan dertig onderofficieren met een poging om het ras te creëren. Ze hadden een hond nodig die zware lasten kon dragen, gemakkelijk lange afstanden kon afleggen en gemakkelijk te fokken was.
De Argentijnse Poolhond voldeed aan alle eisen van het Argentijnse leger. Ze waren een uitstekend transportmiddel en bescherming, waardoor het ras floreerde in de hele militaire stam.
De Argentijnse poolhond stierf in 1994 uit door het ras uit Antarctica te verplaatsen. De belangrijkste reden voor de uitroeiing van het continent was om te voldoen aan het Protocol inzake milieubescherming bij het Antarctisch Verdrag (PEPAT). Ter verduidelijking, het verdrag maakte deel uit van het Antarctische Verdragssysteem dat zich richtte op de bescherming van het Antarctische milieu en ecosysteem.
Het PEPAT-verdrag dwong de fokkers om deze honden uit Antarctica te halen. Omdat ze gewend waren om in de koude streken van Antarctica te leven en te werken, dienden ze daarbuiten niet veel. Bovendien hadden fokkers uit andere landen niet echt met dit ras te maken, omdat ze andere alternatieve rassen hadden. Daarom stierven ze aan het einde van de 20e eeuw uit.
De Argentijnse poolhond had een loyaal, vriendelijk en aanhankelijk temperament. Omdat ze waren opgeleid om mensen van de ene plaats naar de andere te vervoeren, wisten ze hoe ze zich moesten gedragen met vreemden en nieuwe mensen.
De Argentijnse poolhonden waren ook zo beschermend dat ze niet terugdeinsden om hun baasjes te verdedigen tegen wilde dieren of indringers. Hun reusachtige lichaam en betrouwbare karakter maakten hen perfecte bondgenoten voor reizen.
Ja, de Argentijnse poolhond was een kindvriendelijk ras vanwege het brede gebruik als waakhond. Ze kunnen heel goed met kinderen omgaan als ze van jongs af aan zijn grootgebracht. Hun massieve lichaam en felle tanden waren echter iets om nooit een compromis mee te sluiten. Het was zeer noodzakelijk voor de ouders om een oogje in het zeil te houden wanneer de kinderen samen waren.
De Argentijnse poolhonden werden gevonden in de volgende kleuren:
De lengte van de Argentijnse poolhond varieerde ergens tussen 21,5-25 inch (55-64 cm), terwijl ze ongeveer 59-61 kg wogen.
Gemiddeld beviel een Agrentine Polar Dog moeder van 4-6 puppy's per keer.