Europese kortharen hebben een sterke, gespierde bouw maar zijn niet gedrongen. Ze hebben kort, sluik haar en zijn groot of middelgroot.
FIFe herkent Europese kortharen in verschillende kleuren en patronen. Ze worden vaak gezien in verschillende tabby-patronen, evenals in schildpad- en effen kleuren. Hun ogen kunnen diepblauw, amberkleurig, odd-eyed (één oog diepblauw, het andere amberkleurig) of groen zijn.
Europese kortharen zijn er in veel verschillende temperamenten. Sommige zijn rustig en relaxed, terwijl andere actief en speels zijn. Dit is het resultaat van de voorouders van de Europese korthaar, waaronder katten met veel verschillende disposities.
Hun jassen zijn gemakkelijk te hanteren en hoeven slechts ongeveer één keer per week te worden geborsteld.
Europese kortharen zijn zeldzaam in de Verenigde Staten en kunnen moeilijk te vinden zijn.
Het is moeilijk, zo niet onmogelijk om het temperament van een Europese korthaar te voorspellen. Elke kat moet individueel worden beoordeeld.
De Europese korthaar gaat terug naar katten die in de tijd van de keizers in Rome leefden. Toen de Romeinen hun cultuur over heel Europa verspreidden, gingen deze katten met hen mee.
Moderne fokkers in Zweden begonnen opzettelijk aantrekkelijke, maar niet-gestamde katten te kruisen in een poging een ras te creëren dat terugging naar de vroeg-Romeinse oorsprong. Het resultaat was de Europese korthaar.
De Europese korthaar wordt door geen van de Amerikaanse kattenclubs erkend, maar wel door de Federation International Feline (FIFe). Het is erg populair in Finland.
Topfoto:Eriklam/Getty Images