De Oosterse Korthaar is eigenlijk een Siamese hybride die voor het eerst werd ontwikkeld in Engeland in de 20e eeuw. Het is qua lichaamstype vergelijkbaar met de Siamees, maar komt in veel meer kleur- en patroonvariëteiten. En hoewel hij niet zo communicatief is als de Siamees, is de Oosterling nog steeds een leuke metgezel om in huis te hebben.
De Oosterling is lang, slank en flexibel met grote oren en doordringende amandelvormige ogen. Het is een lid van de Siamese familie; echter, in tegenstelling tot de Siamees, is de Oosterse korthaar verkrijgbaar in meer dan 300 kleuren en patronen. Sommige populaire stijlen zijn ebbenhout, puur wit, kastanje en blauw, terwijl sommige populaire patronen effen, tweekleurig en tabby zijn.
Dit is een temperamentvolle kat die in het middelpunt van de belangstelling moet staan. Als het genegeerd wordt, zal het extreem gevoelig en chagrijnig worden, maar een Oosterling met liefde overladen en de kat zal het volledig teruggeven. Naast het toevoegen van kleur aan je leven, houdt deze kat je bezig door enthousiasme te tonen in alles wat ze doet.
De Oosterling is ook een leergierig wezen en vergezelt je bij al je dagelijkse bezigheden. Het is misschien zachter gesproken dan de Siamees, maar deze kat houdt van kletsen en is nooit te moe om een "gesprek" aan te knopen.
De oosterling heeft over het algemeen een goede gezondheid, maar er zijn een paar ernstige aandoeningen die dit ras teisteren, waaronder uitsteeksel van het schedelborstbeen en endocardiale fibroelastose.
Siam, dat nu bekend staat als Thailand, wordt beschouwd als de geboorteplaats van veel kattenrassen, waaronder de Siamese kat. Siam-koningen koesterden vooral blauwogige, gekleurde katten, en voorzagen hen van een luxe leven in hun paleizen. Het exacte jaar van verschijning van de Siamese kat in Engeland is niet bekend, maar tegen het einde van de 19e eeuw werden veel Siamese katten ingeschreven op lokale kattenshows.
Britse fokkers toonden een grote interesse in het Siamese lichaamstype, maar zochten een ras met een breder scala aan kleuren. Deze fokkers zouden uiteindelijk de Oriental in de jaren vijftig en zestig ontwikkelen door de Siamees te kruisen met Britse kortharen en blauwe rus. Amerikaanse fokkers bereikten al snel hun eigen versie van de Oriental door de Siamees te kruisen met Amerikaanse Kortharen en Abessijnen.
Aanvankelijk ondervonden de oosterse kattenfokkers sterke tegenstand van Siamese fokkers die het idee van een andere hybride die een reeds overstroomde markt zou betreden niet leuk vonden, maar de oosterse kat zou snel in populariteit toenemen.
In 1972 accepteerde de Cat Fanciers Association (CFA) de oosterse korthaar voor registratie en verleende ze in 1977 de volledige kampioenschapsstatus. Sindsdien is het een van de meest populaire kortharige katten geworden. In 1985 gaf de International Cat Association de kampioenschapsstatus aan de langharige versie van de Oriental, en in 1988 werd de Longhair Oriental geaccepteerd voor registratie door de CFA. Tegenwoordig verwijst de CFA naar zowel de oosterse korthaar- als de langhaarrassen als de oosterse divisie.