Oefening baart kunst als het gaat om het trainen van uw hondenatleet, maar de constante herhaling van behendigheidstraining kan veelvoorkomende schouderproblemen veroorzaken of ertoe bijdragen - al dat springen, weven en klimmen eist zijn tol. Maar uw hond hoeft niet te concurreren in behendigheid om een schouder te verwonden. Problemen met de schouder van de hond omvatten problemen die het gevolg zijn van trauma, verwondingen aan weke delen en artritis.
Honden met een schouderblessure vertonen over het algemeen kreupelheid in het corresponderende voorbeen. De kreupelheid kan aanvankelijk komen en gaan, en geleidelijk meer uitgesproken worden, vooral na elke activiteit. Over een paar maanden - hoewel de hoeveelheid tijd varieert afhankelijk van het individuele dier en zijn pijnniveau - zal de spiermassa op het been van uw hond afnemen. Aangetaste honden kunnen loopafwijkingen vertonen in plaats van regelrechte kreupelheid.
Mediale schouderinstabiliteit is een van de meest voorkomende schouderblessures bij prestatiehonden. Het is vergelijkbaar met verwondingen aan de menselijke rotator cuff. MSI bij honden treedt meestal op vanwege overbelasting van de gewrichten in plaats van daadwerkelijk trauma. Hoewel het belangrijk is om je hond te trainen voor wedstrijden, kan het overdrijven van dergelijke oefeningen uiteindelijk leiden tot MSI. De eerste tekenen bij hondenatleten zijn subtiel, zoals onwil om bepaalde bochten te maken bij behendigheidstraining. De meeste honden met MSI reageren pijnlijk op elke schouderhyperextensie. Middelgrote tot grote rassen hebben de meeste kans op MSI.
Uw dierenarts of dierenarts-orthopedisch chirurg gebruikt röntgenfoto's en echografie om de oorzaak van de schouderkreupelheid van uw hond te bepalen. Om verwondingen aan zacht weefsel te identificeren, zoals een breuk van de bicepspees, kan uw dierenarts magnetische resonantiebeeldvorming gebruiken. Andere diagnostische hulpmiddelen zijn onder meer een artroscoop, waarmee uw dierenarts het gewricht kan bekijken en vloeistof of weefsel kan verwijderen voor analyse. Uw dierenarts zal baat hebben bij het leren van de geschiedenis van de atletische activiteit van uw hond, of bekende verwondingen, zoals uitglijden en vallen tijdens het spelen.
De behandeling hangt af van de ernst en het type letsel. Honden met lichte verwondingen hebben mogelijk rust nodig voor een voorgeschreven periode, samen met medicijnen zoals niet-steroïde ontstekingsremmers. Andere behandelingen zijn massage, acupunctuur en chiropractie. Meer ernstig aangetaste honden kunnen een operatie nodig hebben, gevolgd door fysiotherapie en andere revalidatie. Hoewel uw hond mogelijk voldoende herstelt voor normale activiteiten, kan hij mogelijk niet terugkeren naar een competitieve carrière.
Neem altijd contact op met uw dierenarts voordat u het dieet, de medicatie of de lichaamsbeweging van uw huisdier verandert. Deze informatie is geen vervanging voor de mening van een dierenarts.