1. Veranderingen in activiteitsniveaus:
- Merkbare afname of toename van het activiteitenniveau vergeleken met hun gebruikelijke gedrag.
2. Veranderingen in eetlust:
- Verlies van interesse in voedsel of lekkernijen, of omgekeerd, verhoogde eetlust.
3. Verstoringen van het slaappatroon:
- Veranderingen in het slaappatroon, zoals overmatig slapen of moeite hebben om tot rust te komen.
4. Sociale interacties vermijden:
- Terugtrekking uit familieleden, andere huisdieren of interacties waar ze gewoonlijk van genieten.
5. Verminderde interesse in spelen:
- Gebrek aan enthousiasme of vreugde tijdens speelactiviteiten waar ze voorheen van hielden.
6. Verminderd verzorgingsgedrag:
- Het verwaarlozen van zelfverzorging of een onverzorgde indruk maken.
7. Verhoogde prikkelbaarheid:
- Gemakkelijk schrikken, snauwen of tekenen van agressie vertonen zonder provocatie.
8. Eenzaamheid verbergen of zoeken:
- Zich verstoppen in afgelegen gebieden of isolatie zoeken.
9. Veranderingen in vocalisatie:
- Overmatig blaffen of jammeren, of een ongewone afname van de vocalisatie.
10. Gebrek aan kwispelende staart:
- Staartbeweging is een belangrijke indicator voor de emotionele toestand van een hond. Depressieve honden kunnen minimaal tot geen kwispelende staart hebben.
11. Moeilijkheidsgraad bij het leren of trainen:
- Gebrek aan interesse of moeite met concentreren tijdens trainingssessies.
12. Destructief gedrag:
- Toenemend kauwen, krabben of destructief gedrag dat onkarakteristiek lijkt.
13. Overmatig likken of kauwen:
- Herhaaldelijk likken van specifieke lichaamsdelen of constant kauwen, wat verplaatsingsgedrag kan zijn.
14. Verlies van plezier in activiteiten:
- Vroeger genoten van activiteiten, zoals wandelen, spelen of lekkers, brengen hen niet langer geluk.
15. Veranderingen in eliminatiegewoonten:
- Ongelukken in huis, ongewone stoelgang of veranderingen in het urinepatroon.
Als u meerdere van deze symptomen bij uw hond opmerkt, is het belangrijk om een dierenarts te raadplegen. Ze kunnen eventuele onderliggende medische aandoeningen uitsluiten die mogelijk bijdragen aan het gedrag en passende zorg aanbevelen. Bovendien kan het raadplegen van een gekwalificeerde dierengedragsdeskundige of het inwinnen van advies bij een dierenarts-gedragsdeskundige nuttig zijn bij het aanpakken van hondendepressie en het verbeteren van hun algehele welzijn. Vergeet niet dat depressie bij honden behandelbaar is, en met de juiste zorg en ondersteuning kan uw harige vriend zijn geluk en levenslust terugkrijgen.