Spierstrekken :Geeuwen helpt slangen hun kaakspieren te strekken en te ontspannen, die essentieel zijn voor jagen, slikken en zelfverdediging. Het strekken van hun kaken helpt ook om ze flexibel en sterk te houden.
De omgeving waarnemen :Slangen gebruiken geeuwen als middel om milieu-informatie te verzamelen. Bij het gapen openen slangen hun mond wijd, waardoor het Jacobson-orgaan aan de lucht kan worden blootgesteld. Het Jacobson-orgel, gelegen in het dak van hun mond, detecteert chemische signalen en helpt bij het lokaliseren van prooien, het identificeren van potentiële partners en het detecteren van bedreigingen.
De mond smeren :Geeuwen vergemakkelijkt de productie en verspreiding van speeksel, dat de mond en keel van de slang smeert. Deze smering stelt hen in staat voedsel gemakkelijker door te slikken en zorgt voor een soepele doorgang van prooien door hun spijsverteringsstelsel.
Regulering van de lichaamstemperatuur :Net als bij mensen kan het geeuwen bij slangen verband houden met thermoregulatie. Wanneer de lichaamstemperatuur van een slang stijgt, kan geeuwen helpen de warmte af te voeren en de optimale lichaamstemperatuur te behouden.
Comfort en ontspanning :Net als mensen kunnen slangen geeuwen voor comfort en ontspanning. Geeuwen kan de nervus vagus stimuleren, wat een kalmerend effect heeft en het lichaam ontspant.