Katten worden verondersteld van nature geboren jagers te zijn. Zet ze in een schuur, een magazijn of je keuken en ze verdienen hun kost en inwoning door ongedierte en ongedierte te verjagen.
Maar wat gebeurt er als ze dat niet doen? Er zijn katten die leven voor de spanning van de jacht, maar voor andere katachtigen is het zo dicht mogelijk bij het doden van een prooi om rond een kattenkruidmuis te slaan. Zijn katten die ervoor kiezen om niet te jagen een soort verloren schakel in de keten van kattenafkomst? Zijn het viervoetige pacifisten die een statement maken over stereotypen? Zijn ze gewoon te lui om effectief te jagen? Hoewel elke kat anders is, lijken deze verklaringen niet te kloppen. In plaats daarvan bestuderen onderzoekers instinctief gedrag versus aangeleerd gedrag bij katten.
Volgens Science is het verschil tussen instinctief en aangeleerd gedrag gemakkelijk te verklaren, maar niet zo gemakkelijk te identificeren in de natuur. Ze zeggen,
Een voorbeeld van onbetwistbaar instinctief gedrag is wanneer een pasgeboren zoogdier zijn moeder zoekt om te zogen en te verzorgen. Ze zijn meestal maar een paar minuten oud, maar ze weten op de een of andere manier precies wat ze moeten doen. De wetenschappelijke verklaring voor dit levengevende fenomeen is dat zoogdieren worden geboren die deze basishandeling van overleven kennen. De kennis is genetisch geprogrammeerd en van generatie op generatie doorgegeven.
Pasgeboren kittens hoeven niet te worden geleerd hoe ze moeten zogen, maar er zijn verschillende andere gedragingen die niet zo natuurlijk zijn. Dit zijn aangeleerde gedragingen. Aangeleerd gedrag vereist tijd en ervaring. Een kat die de tijd lijkt te kunnen zien omdat ze precies om 19.00 uur naar hun voerbak gaat. elke avond heeft door ervaring geleerd wanneer je een maaltijd kunt verwachten. Ze zijn niet geboren met een interne wekker die weet dat 19:00 uur etenstijd is, maar ze hebben het toch door.
Niet alle gedragingen zijn gemakkelijk te categoriseren als instinct of aangeleerd. Er is discussie over wat van nature bij katten komt en wat alleen van nature lijkt te komen. Jagen en doden van prooien is een voorbeeld. Hoewel de meesten aannemen dat de drang om muizen te achtervolgen iets is dat alle katten hebben, verklaart dat niet waarom sommige katten ervoor kiezen om kleine prooien te negeren en zelfs vrienden te maken met kleine prooien. Ze kunnen die genetische programmering missen, of het kan eigenlijk een aangeleerd gedrag zijn.
Om een antwoord te vinden, voerde experimenteel psycholoog professor Kuo Zing Yang een experiment uit van tien jaar dat begon in de jaren twintig van de vorige eeuw. Hij voedde verschillende eenzame kittens op zonder invloed van hun moeders terwijl hij voor kattenfamilies zorgde. Zijn doel was om te bepalen of katten instinctief weten hoe ze op prooien moeten jagen en doden, of dat het een les is die ze van moeder hebben geleerd.
Volgens zijn resultaten zullen kittens die zijn grootgebracht door moederkatten die jagers zijn, opgroeien om zelf jagers te worden. Kittens die worden grootgebracht door mensen of moederkatten die niet jagen, zullen een muis vaker negeren dan als prooi behandelen. De studie van professor Kuo werd in 1930 gepubliceerd in het Journal of Comparitive Psychology. Hij schreef:
Met het experiment van professor Kuo wordt aangenomen dat het roofzuchtige gedrag bij katten minder te maken heeft met instinct en meer met hoe ze worden opgevoed. Andere onderzoekers en kattengedragsdeskundigen categoriseren jagen als een combinatie van zowel instinct als aangeleerd gedrag. De kattentraining- en gedragssite Perfect Paws zegt:
Kittens lijken op hun moeders, en als de moederkat van een generatie jagers komt, zal ze die eigenschap waarschijnlijk doorgeven aan haar nakomelingen. Haar kittens hebben al het instinct om beweging te volgen, maar het is aan haar om dat aangeboren gedrag om te vormen tot een succesvolle jacht. Ze leert door middel van voorbeelden hoe te stalken, bespringen en doden.
Kittens die vroegtijdig van hun moeder worden gescheiden, missen deze levensles. Hetzelfde concept is van toepassing op kittens die zijn geboren en opgevoed door moeders die niet jagen. Als de moederkat nooit heeft leren jagen, zal ze haar kittens niets leren.
Deze theorie zou kunnen verklaren waarom het kitten dat je achtergelaten vond toen je nog maar een paar dagen oud was, eerder een muis door je voorraadkast ziet kauwen dan het wegjaagt. Als u op zoek bent naar een kat die de woning zal beschermen tegen alles wat met knaagdieren te maken heeft, dan is een kitten dat uit een familie van jagers komt de beste keuze. Er is geen duidelijk antwoord op wat instinct is en wat is geleerd, maar onderzoekers blijven zoeken naar resultaten. Accepteer in de tussentijd je kat voor wat ze zijn; ervaren jager of ongevaarlijke waarnemer, ze doen niets verkeerd.
(h/t:Wetenschap, Journal of Comparitive Psychology, Perfect Paws)