1. Verplaatsingsgedrag:
Verplaatsingsgedrag zijn acties die honden uitvoeren als ze zich gestrest, angstig of ongemakkelijk voelen. Sommige van deze gedragingen omvatten het likken van de lippen, het snuiven van de grond, krabben of geeuwen. Als een hond bijvoorbeeld wordt betrapt terwijl hij iets stout doet en de eigenaar hem uitscheldt, kan hij zijn lippen likken als verplaatsingsgedrag om de spanning te verlichten.
2. Onderdanige lichaamstaal:
Wanneer honden zich onderdanig of respectvol voelen, vertonen ze lichaamstaalsignalen om hun niet-bedreigende bedoelingen over te brengen. Deze signalen kunnen bestaan uit het laten zakken van het hoofd, het afwenden van de blik, het instoppen van de staart tussen de benen of het omrollen om de buik bloot te leggen. Hoewel onderwerping niet direct gelijk staat aan schaamte, kan het als zodanig verkeerd worden geïnterpreteerd wanneer het buiten de context wordt waargenomen.
3. Vermijdingsgedrag:
Honden kunnen zich terugtrekken of oogcontact vermijden als reactie op negatieve feedback of afkeuring van hun baasjes. Dit kan worden geïnterpreteerd als vergelijkbaar met menselijke schaamte, maar het is geen bewuste emotionele reactie van de kant van de hond. Het is een poging om zich los te maken en verdere spanningen of conflicten te verminderen.
Het is van cruciaal belang om het gedrag van een hond te interpreteren binnen de context van de situatie en zijn natuurlijke communicatiesignalen te begrijpen. Hoewel ze gedrag kunnen vertonen dat op schaamte lijkt, komen deze reacties voort uit basale emotionele toestanden zoals stress, angst of verzoening, in plaats van uit een complexe sociaal-cognitieve emotie zoals echte schaamte.