Parvo is de algemene naam voor de zeer besmettelijke virale ziekte parvovirus bij honden. Het wordt opgelopen via de uitwerpselen van besmette honden en kan worden overgedragen op schoenen, autobanden, andere dieren, voerbakken en stoepen. Het kan honden snel doden - ze kunnen twee of drie dagen na het begin van de symptomen dood zijn, wat betekent dat de symptomen van de parvo-ziekte ook de symptomen van de dood kunnen zijn. Overleven hangt af van een snelle diagnose en onmiddellijke behandeling.
De eerste symptomen verschijnen snel en bestaan uit lethargie, gebrek aan eetlust, koorts, braken en diarree met bloed erin. Het zal snel duidelijk zijn dat je een erg zieke hond hebt en je moet hem zo snel mogelijk naar de dierenarts brengen. Andere gastro-intestinale aandoeningen kunnen dezelfde symptomen veroorzaken als parvo. Fecale tests en bloedceltellingen kunnen de aanwezigheid van parvo bevestigen.
Vochtverlies door braken en diarree leidt snel tot uitdroging. Parvo tast de darmen aan en verhindert de normale opname van eiwitten en vocht. Dit verergert de uitdroging, wat vaak leidt tot snel gewichtsverlies en verzwakking van het dier voordat het immuunsysteem het virus kan bestrijden. Het weefsel rond de ogen en mond kan rood worden, het hart klopt te snel en de polsslag is slecht. De hond zal duidelijke buikpijn hebben.
Puppy's en adolescente honden hebben het grootste risico op infectie, omdat hun immuunsysteem nog niet volledig is ontwikkeld. Puppy's kunnen het beste uit de buurt van openbare parken en gebieden worden gehouden waar ze in contact kunnen komen met andere honden of hun uitwerpselen. Puppy's moeten aanvankelijk worden ingeënt tegen parvo als ze 5 tot 6 weken oud zijn, daarna elke drie tot vier weken totdat ze minstens 3 maanden oud zijn. Hondenrassen die een hoger risico lopen om parvo op te lopen zijn Rottweilers, Dobermann pinschers en Duitse herders.
Meer dan 70 procent van de honden met parvo sterft als ze onbehandeld blijven. Het Merck Veterinary Manual meldt dat het overlevingspercentage van behandelde honden 68 tot 92 procent is, wat het belang van tijdige veterinaire behandeling onderstreept. Overlevingspercentages zijn afhankelijk van hoe snel de diagnose wordt gesteld en de behandeling wordt gestart. De overlevingskansen hangen ook af van hoe oud een aangetaste hond is. De behandeling vereist meestal intraveneuze vloeistoffen om de hond gehydrateerd te houden, injecties tegen misselijkheid en antibiotica.
Neem altijd contact op met uw dierenarts voordat u het dieet, de medicatie of de lichaamsbeweging van uw huisdier verandert. Deze informatie is geen vervanging voor de mening van een dierenarts.