Wanneer u met uw hond naar de dierenarts gaat, kan de dierenarts bloedonderzoek laten uitvoeren. Bloedonderzoek is niet alleen voor zieke of oude honden; ze dienen als basis voor gezonde huisdieren en zijn handig als uw pup narcose gaat ondergaan. De resultaten zijn gecategoriseerd om een beoordeling te geven van de gezondheid van de belangrijkste organen van het lichaam. Bloedonderzoeken omvatten het volledige bloedbeeld en bloedchemie om de gezondheid van organen te evalueren.
Het volledige bloedbeeld, of CBC, biedt een breed scala aan informatie over de gezondheid van uw hond door de drie soorten bloedcellen te meten:rode bloedcellen (RBC), witte bloedcellen (WBC) en bloedplaatjes (PLT). Geproduceerd in het beenmerg, verdelen rode bloedcellen zuurstof door het lichaam en vervoeren ze zuurstof in hemoglobine (HGB). Verhogingen van het aantal rode bloedcellen duiden op uitdroging of ziekte die hoge rode bloedcellen veroorzaakt; een lagere RBC wijst op bloedarmoede en een verlaagd vermogen om zuurstof te vervoeren. Andere waarden voor rode bloedcellen zijn het gemiddelde celvolume (MCV), het gepakte celvolume (PCV), hematocriet (HCT), de breedte van de rode bloedcellen (RDW) en reticulocyten (RETIC). Witte bloedcellen zijn onderverdeeld in twee categorieën:witte bloedcellen en het leukocytendifferentieel. Het differentieel meet de verschillende soorten witte bloedcellen en omvat neutrofielen (NEU), eosinofielen (EOS), lymfocyten (LYM), granulyten (GRANS), monocyten (MONO) en basofielen (BASO). Witte bloedcellen bestrijden infecties, dus verhoogde waarden duiden op infectie, terwijl een lagere WBC het gevolg kan zijn van beenmergzwakte. De verschillende soorten witte bloedcellen duiden op verschillende problemen; lymfocyten reageren bijvoorbeeld op stress, wat kan wijzen op weefselbeschadiging. Bloedplaatjes helpen de bloedstolling van uw hond; een lage PLT kan optreden als het beenmerg beschadigd is. Een volledige bloedtelling is routine voor een hond met braken, diarree, koorts, verlies van eetlust, zwakte en bleek tandvlees.
Een bloedchemietest geeft de dierenarts een duidelijk beeld van hoe de nieren, lever en pancreas van uw hond functioneren. De vier niermetingen zijn bloedureumstikstof (BUN), creatinine (CREA), fosfor (PHOS) en calcium (Ca). Hoge waarden vertegenwoordigen in totaal verlies van nierfunctie; een hoge BUN kan ook duiden op lever- en hartaandoeningen, evenals op uitdroging en shock. CREA kan de dierenarts helpen bepalen of de oorzaak van de verhoogde BUN verband houdt met de nier of een ander orgaan. De leverfunctie wordt gemeten aan de hand van zes waarden:alanine-aminotransferase (ALT), alkalische fosfatase (ALKP), gamma-glutamyltransferase (GGT), albumine (ALB), totaal bilirubine (TBIL) en galzuren. Verhoogde ALB kan duiden op uitdroging, terwijl lagere niveaus wijzen op verlies van leverfunctie en nier- of gastro-intestinale aandoeningen. Wanneer andere waarden verhogingen laten zien, zoals ALT en ALKP, kan een leverafwijking worden aangegeven. De gezondheid van de alvleesklier wordt gemeten aan de hand van amylase (AMYL) en lipase (LIPA). Verhoogde niveaus van beide enzymen kunnen wijzen op pancreatitis, nierziekte en gastro-intestinale stoornissen.
Door de eiwitten en elektrolyten van uw hond te bestuderen, kan de dierenarts een duidelijker beeld krijgen van wat er in zijn lichaam gebeurt. Het eiwitprofiel meet totaal eiwit (TP), globuline (GLOB) en ALB. Uitdroging, ontsteking en infectie kunnen worden aangegeven met verhoogde waarden, terwijl nierziekte, immuundeficiënties en bloedverlies geassocieerd zijn met verlaagde waarden. Natrium (Na), kalium (K) en chloride (Cl) maken deel uit van het elektrolytpaneel. Verhoogd natrium duidt op uitdroging, terwijl verlaagd natrium wordt gezien bij diarree, braken, de ziekte van Addison en nierziekte. Het tegenovergestelde is waar met kalium; hoge kaliumspiegels wijzen op nierziekte en de ziekte van Addison, evenals uitdroging; laag kalium zijn mogelijk met diarree of braken. Hoge Cl geeft aan dat uitdroging en verlies gepaard gaat met diarree en braken.
Andere informatie uit het bloed van uw pup omvat glucose (GLU), creatinekinase (CK), cholesterol (CHOL), triglyceriden (TRIG), thyroxine (T4) en aspartaataminotransferase (AST). In deze waarden kunnen tal van aandoeningen worden aangegeven, zoals diabetes mellitus bij een hoge GLU-waarde en hypothyreoïdie bij een laag T4-getal.
Als het bloedonderzoek van uw hond een waarde aantoont die buiten het normale bereik ligt, is het belangrijk om kalm te blijven. Medicatie en voeding kunnen de waarden bij een bloedonderzoek beïnvloeden. Bovendien zijn de bloedwaarden slechts een deel van het beeld waar uw dierenarts naar kijkt wanneer hij de gezondheid van uw hond evalueert. Medische geschiedenis en symptomen maken deel uit van het diagnostische proces, evenals andere tests, zoals urineonderzoek en röntgenfoto's.
Neem altijd contact op met uw dierenarts voordat u het dieet, de medicatie of de lichaamsbeweging van uw huisdier verandert. Deze informatie is geen vervanging voor de mening van een dierenarts.