Een zeer klein percentage van de gevallen van Cushing is het gevolg van medische behandelingen voor andere aandoeningen, zoals het gebruik van prednison of andere corticosteroïden om allergieën, artritis of auto-immuunziekten onder controle te houden. Dit wordt "iatrogene" (door artsen veroorzaakte) Cushing's genoemd. In deze gevallen wordt de Cushing's behandeld door geleidelijke stopzetting van de corticosteroïden (als de medicijnen te snel worden stopgezet, kan een Addison-crisis het gevolg zijn). Patiënten kunnen tot drie maanden nodig hebben om te herstellen nadat de behandeling met corticosteroïden is stopgezet.
Ook bekend als Alopecia X, wordt pseudo-Cushing geïdentificeerd door symmetrische alopecia (haaruitval) op de romp van het lichaam, dijen of nek, samen met het donkerder worden van de huid waar het haar verloren gaat. De kleur van de vacht kan ook veranderen. De aandoening veroorzaakt geen jeuk.
Pseudo-Cushing's wordt gezien bij jonge honden (van 1 tot 5 jaar) met pluche jassen, zoals Pomeranians, Poedels, Samojeden, Alaskan Malamutes en Siberische Huskies. Pseudo-Cushing wordt beschouwd als een milde vorm van hypofyse-afhankelijk hyperadrenocorticisme.
Honden met deze aandoening kunnen reageren op castratie, methyltestosteron, melatonine, groeihormoonsuppletie of een van de geneesmiddelen die worden gebruikt om de ziekte van Cushing te behandelen. Eén onderzoek toonde aan dat 90 procent van de honden met pseudo-Cushing die met trilostane werden behandeld, binnen acht weken reageerde.