1. Zit (zit)
Om uw hond te leren zitten, houdt u eerst een lekkernij voor zijn neus en beweegt u deze langzaam omhoog. Terwijl uw hond het lekkers volgt, zal zijn achterwerk op natuurlijke wijze in een zittende positie zakken. Zodra de onderkant de grond raakt, zeg je 'Sitz' en geef je hem het lekkers. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag totdat uw hond betrouwbaar op commando kan zitten.
2. Platz (omlaag)
Om uw hond te leren liggen, begint u door hem voor u te laten zitten. Houd vervolgens een lekkernij voor zijn neus en laat hem langzaam op de grond zakken. Terwijl uw hond het lekkers volgt, zal zijn lichaam zich uiteindelijk uitstrekken tot een liggende positie. Zodra zijn borst de grond raakt, zeg je "Platz" en geef je hem het lekkers. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag totdat uw hond op commando betrouwbaar kan gaan liggen.
3. Steh (staand)
Om uw hond te leren staan, begint u door hem voor u te laten zitten. Houd dan een lekkernij boven zijn hoofd en zeg 'Steh'. Terwijl uw hond opstaat, geeft u hem het lekkers. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag totdat uw hond op commando betrouwbaar kan staan.
4. Kom (kom)
Om uw hond te trainen om naar u toe te komen als u zijn naam roept, begint u door met hem in een kamer te gaan staan en zijn naam vriendelijk te roepen. Zodra hij naar je kijkt, zeg je "Komm" en geef je hem een traktatie. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag, waarbij u geleidelijk de afstand tussen u en uw hond vergroot.
5. Bleib (blijf)
Om uw hond te trainen om op één plek te blijven, begint u door hem voor u te laten zitten. Steek dan je hand op en zeg 'Bleib'. Ga een paar meter achteruit en wacht tot uw hond op zijn plaats blijft. Als het blijft, zeg dan "Darm" en geef het een traktatie. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag, waarbij u geleidelijk de afstand tussen u en uw hond vergroot.
6. Nee (nee)
Om uw hond te leren ergens mee op te houden, begint u met het zeggen van “Nein” met een krachtige stem. Als uw hond stopt met waar hij mee bezig is, geef hem dan iets lekkers. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag en gebruik "Nein" om ongewenst gedrag te ontmoedigen.
7. Uit (uit)
Om uw hond te leren iets uit zijn bek te laten vallen, begint u door een lekkernij in uw hand te houden en 'Aus' te zeggen. Terwijl uw hond het voorwerp in zijn bek laat vallen, geeft u hem het lekkers. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag, gebruik "Aus" om uw hond alles te laten laten vallen wat hij niet mag hebben.
8. Ophef (hiel)
Om uw hond te leren om aan de lijn naast u te lopen, begint u met hem aan een losse lijn uit te laten. Zeg om de paar stappen 'Ophef' en geef uw hond iets lekkers. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag, waarbij u geleidelijk de afstand tussen elke traktatie vergroot.
9. Gib Pfote (schud poot)
Om uw hond te leren zijn poot te schudden, begint u door zijn poot in uw hand te houden en 'Gib Pfote' te zeggen. Terwijl uw hond zijn poot optilt, geeft u hem iets lekkers. Herhaal deze oefening meerdere keren per dag en gebruik "Gib Pfote" om uw hond aan te moedigen zijn poot te schudden.
10. Brav (brave hond)
Om uw hond te prijzen voor goed gedrag, zegt u vriendelijk 'Brav' en geeft u hem iets lekkers. Herhaal deze oefening vaak om positief gedrag te versterken.