Hoewel katten op dit moment niet kunnen worden genezen van diabetes, is bij sommigen remissie voor een bepaalde periode mogelijk.
Katten die vroeg in de loop van de ziekte worden gediagnosticeerd terwijl de ziekte nog mild is, hebben meer kans op remissie dan katten die al enige tijd zonder behandeling met diabetes worstelen.
Bij een normale kat is de alvleesklier verantwoordelijk voor het afscheiden van insuline als reactie op stijgende bloedglucosespiegels (bloedsuikerspiegel). De insuline werkt vervolgens om de bloedglucosespiegels te verlagen en binnen een geschikt bereik te houden.
Bij een kat met diabetes is het lichaam, om welke reden dan ook, niet in staat om de insuline die wordt geproduceerd om de bloedglucose tot een acceptabel bereik te verlagen, adequaat te gebruiken. De alvleesklier behoudt nog steeds het vermogen, althans tot op zekere hoogte, om insuline af te scheiden. In deze situatie, als de bloedglucosespiegels binnen het juiste bereik kunnen worden gehouden met veterinaire medische behandeling, heeft het lichaam van de kat dan een kans om te herstellen en kan de alvleesklier zijn taak hervatten om insuline af te scheiden om de bloedglucose te reguleren.
Als de kat lang genoeg aan diabetes heeft geleden dat de alvleesklier onherstelbaar is beschadigd en de alvleeskliercellen die insuline afscheiden zijn "opgebrand", heeft de kat geen kans op remissie en moet hij voor de rest worden behandeld voor diabetes van zijn leven. Als de diagnose echter vroeg genoeg in het beloop van de ziekte kan worden gesteld dat de alvleesklier niet onherstelbaar wordt beschadigd, is remissie mogelijk.
Het beste wat u kunt doen, is uw kat regelmatig door uw dierenarts laten onderzoeken. Uw dierenarts kan routinematige bloed- en urinetests uitvoeren om ervoor te zorgen dat uw kat gezond is of om vroege veranderingen te detecteren. Uw kat moet minstens één keer per jaar worden onderzocht. Veel dierenartsen raden tweejaarlijkse onderzoeken aan, vooral voor volwassen of oudere katten.
Als u vermoedt dat uw huisdier ziek is, bel dan onmiddellijk uw dierenarts. Raadpleeg voor gezondheidsgerelateerde vragen altijd uw dierenarts, aangezien zij uw huisdier hebben onderzocht, de gezondheidsgeschiedenis van het huisdier kennen en de beste aanbevelingen voor uw huisdier kunnen doen.