Keep Pet >> Huisdier >  >> reptielen

Verliezen door slangen en hagedissen kunnen bewijs leveren voor een wereldwijde achteruitgang van reptielen

Verliezen door slangen en hagedissen kunnen bewijs leveren voor een wereldwijde achteruitgang van reptielenStudies in verschillende landen hebben onlangs laten doorschemeren dat het aantal slangen wereldwijd afneemt, op vrijwel dezelfde manier als is aangetoond voor tientallen soorten amfibieën (zie artikel hieronder). Deze maand (oktober 2010) hebben wetenschappers van de Universiteit van Arizona een enorme afname van zowel slangen als hagedissen in een goed beschermd reservaat gedocumenteerd, wat de vrees vergroot dat grote uitstervingen in het verschiet liggen.

Beangstigende gelijkenis met eerdere onderzoeken

Populaties van 8 soorten slangen en 6 hagedissen in het Organ Pipe National Park in Arizona bleken tussen 1998 en 2002 met 50% te zijn afgenomen en zijn niet hersteld. De reptielen in kwestie werden 22 jaar lang nauwlettend gevolgd, dus nauwkeurige baselinecijfers waren beschikbaar. De soorten die significante achteruitgang vertoonden, waren onder meer koninklijke gehoornde, zebrastaarthagedissen en roodrug-zweepstaarthagedissen, mojave- en westelijke diamantrugratelslangen, gopherslangen en koningsslangen.

Deze resultaten sluiten aan bij die van onderzoeken die zijn uitgevoerd in Europa, Afrika en Australië, waar populaties van 11 slangensoorten in dezelfde jaren neerstortten. In Mexico zijn sinds 1975 lokale populaties van 48 soorten hagedissen uitgestorven.

Klimaatverandering betrokken

Hoewel het onmogelijk is om definitieve conclusies te trekken over de oorzaak, wijst veel van het beschikbare bewijs in de richting van klimaatverandering. Het studiegebied is de afgelopen jaren heter en droger geworden, en de slangen en hagedissen die het snelst achteruit gingen, waren degenen die gevoelig waren voor stijgende temperaturen en droogte.

Verliezen door slangen en hagedissen kunnen bewijs leveren voor een wereldwijde achteruitgang van reptielenSlangen aangepast aan woestijnomstandigheden deden het goed. In bomen levende en nachtelijke hagedissen, die gemakkelijker aan extreme temperaturen kunnen ontsnappen dan dagelijkse grondbewoners, zijn niet in aantal afgenomen.