Grootte: Mannelijke padden zijn doorgaans kleiner dan vrouwelijke padden. Padden kunnen in grootte variëren van minder dan 2,5 cm tot enkele meters lang, afhankelijk van de soort. Gemiddeld zijn mannelijke padden ongeveer 5 tot 7 centimeter lang, terwijl vrouwelijke padden ongeveer 8 tot 10 centimeter lang zijn.
Kleuring: Mannelijke padden zijn vaak feller gekleurd dan vrouwelijke padden. Dit geldt vooral tijdens het broedseizoen, wanneer mannetjes felle kleuren zullen ontwikkelen om vrouwtjes aan te trekken. Mannetjes hebben vaak een levendigere groene of oranje kleur, terwijl vrouwtjes meestal saai olijfgroen of bruin zijn.
Lichaamsvorm: Mannelijke padden hebben een meer gestroomlijnde lichaamsvorm dan vrouwelijke padden. Dit komt omdat mannelijke padden zich tijdens het broedseizoen snel door het water moeten kunnen bewegen. Vrouwtjes hebben een meer ronde lichaamsvorm, waardoor ze eieren kunnen opslaan.
Bel: Mannelijke padden hebben een luide, diepe roep die ze gebruiken om vrouwtjes aan te trekken tijdens het broedseizoen. Vrouwelijke padden hebben een stillere, hogere roep. Mannetjes hebben meestal een langere en complexere roep dan vrouwtjes. Mannelijke padden roepen vaak luid vanuit een prominente positie in hun leefgebied, zoals op een rots of in het water. Vrouwelijke padden maken meestal alleen een zachte roep als reactie op de roep van een mannetje.
Gedrag: Mannelijke padden zijn waarschijnlijk agressiever dan vrouwelijke padden. Dit komt omdat mannelijke padden hun territorium tijdens het broedseizoen moeten verdedigen. Vrouwtjes zijn eerder volgzaam en verlegen. Mannetjes kunnen andere mannelijke padden die hun territorium binnenkomen bijten of zelfs aanvallen, terwijl vrouwtjes doorgaans eerder conflicten vermijden.
Door al deze factoren in overweging te nemen, kun je meestal een mannelijke pad van een vrouwelijke pad onderscheiden.