Er gaat niets boven winkeltherapie, en deze honden weten het zeker! Ze hebben hun kleine winkelwagentjes, ze staan in het gangpad met lekkernijen en ze zijn klaar om te winkelen.
1. Ik kwam maar voor één ding binnen. Ik zweer het.
2. Oké, prima, ik blijf binnen het budget.
3. Als ik pas, zit ik.
4. Geen probleem, we kunnen het op mijn creditcard zetten.
5. Kan iemand mij helpen? Ik weet niet zeker of deze winkel heeft wat ik zoek.
6. Ginder! Ik denk dat ik wat kauwspeeltjes zie!
7. Ja, deze zien er perfect uit. Ik neem er 10.
8. Op deze bal staat mijn naam.
9. Ik ben helemaal een plantenhond.
10. Het is goed om een winkelpartner te hebben.
11. Ik heb geen winkelwagentje nodig. Dit is prima.
12. Ik wil al het speelgoed en de lekkernijen, alsjeblieft.
13. Je kunt nooit genoeg lekkers hebben.
14. Kunnen we door de gangpaden rennen?
15. Je zei dat we niet meer dan één mand konden krijgen, en nu ben ik verdrietig.
16. De een houdt meer van winkelen dan de ander.
17. We zitten boordevol lekkernijen en het leven is goed.
18. Eerlijk gezegd denk ik dat we al deze tinten zouden moeten krijgen. Je weet maar nooit.