1. Laat de hond iets lekkers zien en lok hem in zitpositie.
2. Wanneer de billen van de hond de grond raken, zeg je "Zit" en geef je de hond het lekkers.
3. Gebruik clickertraining als je een clicker hebt.
4. Verleng geleidelijk de tijd die de hond nodig heeft om in positie te blijven voordat hij hem het lekkers geeft.
Leer uw hond te "begroeten".
1. Houd de hond voor u en buig voorover om op gelijke hoogte te komen.
2. Zeg de naam van uw hond met vrolijke, verwelkomende energie en geef hem een aai.
3. Herhaal dit meerdere keren en beloon de hond met snoepjes, huisdieren en speelgoed.
4. Verhoog geleidelijk de tijd die u wacht voordat u uw hond begroet.
Begroet mensen beleefd.
1. Wanneer u een persoon ziet, leid uw hond dan bij hem vandaan en laat uw hond zitten en blijven.
2. Introduceer de hond bij de persoon door hem zachtjes naar de uitgestrekte open hand van de bezoeker te leiden.
3. Als de hond begint te blaffen of zich agressief gedraagt, corrigeer hem dan rustig met een krachtig 'nee' en richt zijn aandacht op u.
4. Beloon uw hond met iets lekkers of prijs hem als hij beleefd begroet.