Keep Pet >> Huisdier >  >> Kleine huisdieren

Diagnostische tests voor epilepsie en aanvallen bij honden

Diagnostische tests voor epilepsie en aanvallen bij honden

Aanvallen bij honden kunnen door veel verschillende ziekten worden veroorzaakt. Als uw hond een aanval heeft, zal uw dierenarts daarom enkele diagnostische tests moeten uitvoeren voordat een juiste behandelingskuur kan worden bepaald.

Epileptische aanvallen versus epilepsie

Als uw hond meer dan één geïsoleerde aanval heeft, kan uw dierenarts de ziekte epilepsie noemen. Primaire of idiopathische epilepsie is epilepsie die niet wordt veroorzaakt door een onderliggende hersenlaesie of een andere ziekte. Verworven epilepsie is epilepsie die wordt veroorzaakt door een onderliggende afwijking zoals een hersentumor. Ongeacht de terminologie omvat het proces van het diagnosticeren van epilepsie dezelfde testprocedures als die welke worden gebruikt om aanvallen te diagnosticeren.

Een geschiedenis verkrijgen

Een van de allereerste dingen die uw dierenarts zal doen, is uw hond grondig lichamelijk onderzoeken, op zoek naar duidelijke afwijkingen. Neurologische en spierreflexen zoals spierstijfheid of tremoren kunnen nuttige aanwijzingen geven.

Er moet ook rekening worden gehouden met de geschiedenis van uw hond. Sommige ziekten komen vaak voor in een bepaalde leeftijdsgroep of zelfs bij een specifiek hondenras. Als u de leeftijd, het ras en de fysieke geschiedenis van uw huisdier kent, kan uw dierenarts bepalen welke ziekten de meeste kans hebben om de aanvallen van uw hond te veroorzaken en bepalen welke laboratoriumtests het belangrijkst zijn om uit te voeren.

Initiële basistest

Uw dierenarts zal drie eerste tests op uw hond uitvoeren:

  • Een volledig aantal bloedcellen kijkt naar zowel de rode bloedcellen als de witte bloedcellen in het bloed. Deze test kan aangeven of uw hond bloedarmoede heeft. Het kan ook helpen bepalen, in combinatie met andere tests, of uw hond al dan niet uitgedroogd is. Veranderingen in het aantal witte bloedcellen kunnen wijzen op infectie of andere pathologische ziekten die het beenmerg aantasten, zoals bepaalde vormen van kanker.
  • Een bloedchemieprofiel omvat tests voor de nierfunctie, zoals de bloedureumstikstof (BUN) en creatinine. Het kijkt ook naar de leverenzymen en bilirubinespiegels van uw hond, die kunnen helpen bij het bepalen van de toestand van de lever. Het eiwitgehalte in het bloed wordt gemeten. Bloedglucosespiegels worden gecontroleerd en elektrolyten zoals calcium, kalium, natrium en fosfor worden ook gemeten.
  • Een urineonderzoek , een analyse van de urine, helpt te bepalen of de nieren van uw hond in staat zijn de urine te concentreren en het lichaamswater effectief vast te houden. Deze test zoekt ook naar aanwijzingen voor abnormale stoffen in de urine, zoals bloed, eiwitten, bilirubine, kristallen en andere.

Röntgenfoto's

Röntgenfoto's, beter bekend als röntgenfoto's, kunnen worden aanbevolen. Hoewel röntgenfoto's niet in de hersenen kunnen kijken, kan het soms andere belangrijke informatie geven, vooral als uw dierenarts zich zorgen maakt over kanker. De meeste soorten kanker zullen, als ze zich verspreiden (metastase), zich verspreiden naar de longen. Een röntgenfoto van de borstkas kan worden aanbevolen om te zoeken naar uitgezaaide kanker voordat u aanbeveelt dat uw huisdier meer invasieve of duurdere tests ondergaat.

Aanvullend bloedonderzoek

In sommige gevallen kan ook aanvullend bloedonderzoek nodig zijn.

Als uw dierenarts een leverziekte bij uw hond vermoedt, kan een galzuurtest worden aanbevolen. Vaak worden de galzuren gemeten voordat uw hond wordt gevoerd en dan nog een keer kort na het eten van een maaltijd. Dit kan helpen bij het opsporen van ziekten die zowel de lever als de hersenen aantasten, zoals een portosystemische shunt ("levershunt").

Schildkliertesten kunnen nodig zijn, vooral bij honden waar hypothyreoïdie kan bijdragen aan epileptische aanvallen.

Testen op specifieke infectieziekten kan ook worden aanbevolen om deze uit te sluiten als oorzaak van de aanvallen. Dit kan het testen op ziekten zoals toxoplasmose, hondenziektevirus en andere omvatten. Uw dierenarts zal helpen beslissen welke ziekten het meest waarschijnlijk zijn en welke moeten worden onderzocht als oorzaak van de aanvallen van uw hond.

Analyse van hersenvocht (CSF)

Als de eerste bloed- en urinetests geen indicatie geven van de oorzaak van de aanvallen bij uw hond, kan uw dierenarts een cerebrospinale kraan aanbevelen. Hierdoor kan vloeistof worden verzameld die de hersenen en het ruggenmerg omringt en beschermt. Deze test kan helpen bij het stellen van een diagnose zoals meningitis (ontsteking van het membraan rond de hersenen en het ruggenmerg) of encefalitis (ontsteking van de hersenen) en andere aandoeningen die kunnen bijdragen aan het veroorzaken van aanvallen en/of epilepsie.

Diagnostische beeldvorming van de hersenen

Tests zoals magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) of computergestuurde axiale tomografie (CAT- of CT-scan) zijn gespecialiseerde tests die de structuur van de hersenen zelf kunnen onderzoeken, op zoek naar anatomische afwijkingen, laesies of ontstekingsgebieden. Deze tests kunnen aanbevolen voor sommige honden die lijden aan epileptische aanvallen en/of epilepsie, maar de beschikbaarheid van deze tests is vaak beperkt tot gespecialiseerde faciliteiten.

Elektro-encefalogram (EEG)

Een elektro-encefalogram, of EEG, kan de elektrische activiteit van de hersenen van uw hond meten. Het wordt soms gebruikt om het punt in de hersenen te lokaliseren waar een aanval ontstaat, maar er zijn geen gestandaardiseerde normen voor EEG bij de hond vastgesteld.

Als u vermoedt dat uw huisdier ziek is, bel dan onmiddellijk uw dierenarts. Raadpleeg voor gezondheidsgerelateerde vragen altijd uw dierenarts, aangezien zij uw huisdier hebben onderzocht, de gezondheidsgeschiedenis van het huisdier kennen en de beste aanbevelingen voor uw huisdier kunnen doen.