1. Oren:
- Op en voorwaarts geprikkeld:dit kan wijzen op aandacht of alertheid.
- Ontspannen en terug:Uw hond kan ontspannen of onderdanig zijn.
- Teruggespeld en plat:dit kan angst, agressie of een waarschuwingssignaal suggereren.
2. Ogen:
- Directe blik:Een langdurige en intense blik kan dominantie of een uitdaging overbrengen.
- Zachte, afgewende blik:Uw hond kan zich onderdanig of niet-confronterend voelen.
- Walvisoog (wit van het oog zichtbaar):Wanneer honden zich gestrest of bedreigd voelen, kunnen ze het wit van hun ogen laten zien.
3. Mond:
- Ontspannen, tong uit:Uw hond voelt zich wellicht op zijn gemak en ontspannen.
- Gespannen lippen, tanden bloot:dit kan een teken van agressie of een waarschuwing zijn.
- Geeuwen:Uw hond kan duiden op ongemak, stress of een speelse bui.
4. Staart:
- Hoog gehouden en kwispelend:geeft over het algemeen vertrouwen, opwinding of geluk weer.
- Laag gehouden en kwispelend:kan duiden op onzekerheid, bezorgdheid of een signaal van onderwerping.
- Staart tussen de benen:duidt vaak op angst, ongerustheid of onderwerping.
5. Houding:
- Rechtop staan met een rechtopstaande houding:kan vertrouwen of alertheid suggereren.
- Gehurkt met het lichaam naar beneden:Uw hond bereidt zich mogelijk voor op een sprong, spel of voelt zich onzeker.
- Omrollen (buik omhoog):Dit is meestal een onderdanige, speelse of niet-bedreigende houding.
Het is belangrijk op te merken dat lichaamstaal alleen mogelijk geen sluitend inzicht geeft in de emoties van uw hond, omdat er ook rekening moet worden gehouden met de context en individuele persoonlijkheidskenmerken. Door meerdere signalen samen te observeren en geleidelijk aan de unieke uitdrukkingen van uw hond te leren, kunt u een betere communicatie en begrip met uw hondgenoot opbouwen.