Veel hondenbezitters onderschatten het belang van gebitsgezondheid bij hun honden. Hoewel je misschien denkt dat het normaal is dat een hond gele tanden en een slechte adem heeft, is dat niet zo - parodontitis komt net zo vaak voor en is even ernstig bij honden als bij mensen. Een ander tandheelkundig probleem dat veel hondenbezitters over het hoofd zien, is malocclusie van honden - blijf lezen voor meer informatie.
Wat is malocclusie bij honden?
Een hond met een gezond gebit moet een schaargebit hebben - een beet waarbij de bovenste snijtanden de onderste snijtanden overlappen, waarbij de onderste hoektand tussen de bovenste derde snijtand en de bovenste hoektand past. Net als mensen ontwikkelen honden melktanden als ze jong zijn en die tanden worden uiteindelijk vervangen door volwassen tanden.
De meeste puppy's hebben 28 melktanden die doorgroeien tegen de tijd dat de puppy 6 maanden oud is. Als volwassene hebben de meeste honden 42 volwassen tanden. Als de melktanden niet goed doorgroeien, of als de volwassen tanden beginnen door te komen voordat de melktanden zijn verdwenen, kunnen de tanden niet goed uitgelijnd raken - dit staat bekend als malocclusie.
Een verkeerde uitlijning van tanden lijkt misschien niets meer dan een cosmetisch probleem, maar het kan tot gezondheidsproblemen leiden. Hier zijn enkele van de problemen die kunnen ontstaan door malocclusie van honden:
Afhankelijk van de ernst van de malocclusie, kunnen sommige honden ook moeite hebben met het oppakken van voedsel of kauwen. Ze kunnen mogelijk alleen grotere stukken voedsel oppakken en eten. Malocclusie bij honden kan op verschillende manieren worden ingedeeld, maar dit zijn de belangrijkste opties:
Er zijn ook andere versies van malocclusie, waaronder anterieure en posterieure kruisbeten waarbij sommige tanden zich in de juiste positie bevinden, maar andere elkaar overlappen. Elke hond kan malocclusie ontwikkelen, hoewel het voor bepaalde rassen normaal is om een niet-schaargebit te hebben - dit zijn onder meer Boxers, Lhasa Apsos en Shih Tzus. Brachycephalic rassen zoals Mopsen en Bulldogs hebben een hoger risico op het ontwikkelen van een onderbeet, net als Boston Terriers, Pekinees en Cavalier King Charles Spaniels.
In veel gevallen is het voor een hond niet nodig om enige vorm van behandeling voor malocclusie te ondergaan zolang hij nog kan eten. In gevallen waarin malocclusie het gevolg is van fysiek trauma of wanneer het het vermogen van de hond om te eten beïnvloedt, zijn er chirurgische opties om te overwegen.
De tandheelkundige gezondheid van uw hond is belangrijk, dus zorg ervoor dat u met uw dierenarts praat over eventuele zorgen die u heeft over het gebit van uw hond. Als u merkt dat uw hond een overbeet of onderbeet ontwikkelt, hoeft u zich geen zorgen te maken, maar het kan nooit kwaad om het te laten nakijken.