Keep Pet >> Huisdier >  >> honden >> Gezondheid

Panosteitis:groeipijn bij honden

U neemt uw gelukkige, gezonde puppy mee voor een ontspannen wandeling in het park. Het is een mooie dag en alles lijkt normaal. Als je thuiskomt, merk je echter dat je pup een beetje mank lijkt te lopen. Erger nog, het lijkt erop dat hij de voorkeur geeft aan een ander been elke keer dat je naar hem kijkt, plus hij is lusteloos en wil niet eten. Wat zou het probleem kunnen zijn?

Deze symptomen beschrijven panosteitis (uitgesproken als "pan-aw-stee-eye-tis"). Het kan ook worden aangeduid als eosinofiele panosteitis ("EoPan" in het kort), fibreuze osteodystrofie of enostose. De oorzaak van deze ziekte is nog niet begrepen. Huidig ​​​​onderzoek wijst op de mogelijkheid dat het voeren van eiwitrijk, calorierijk voedsel aan jonge, snelgroeiende honden gerelateerd kan zijn. Panosteitis komt het meest voor bij jonge, snelgroeiende honden van grote rassen, waarbij Duitse herders het vaakst worden getroffen.

Panosteitis:groeipijn bij honden

Symptomen van panosteitis bij honden kunnen op andere aandoeningen lijken, dus een grondige evaluatie is nodig. Andere ziekten die panosteitis kunnen nabootsen zijn onder meer door teken overgedragen ziekten (ziekte van Lyme, Rocky Mountain spotted fever), polyartropathie (ontstoken gewrichten), verstuikingen en fracturen.

Veterinair onderzoek

De eerste stap is een grondig, neus-tot-staartonderzoek door de dierenarts, inclusief vitale functies en vooral een temperatuur, aangezien honden met panosteitis vaak koorts hebben. Na het eerste onderzoek zal uw dierenarts uw hond zien lopen om de kreupelheidsgebieden te lokaliseren. Bij deze aandoening zijn meerdere poten aangetast en kan uw hond op verschillende tijdstippen op verschillende poten hinken.

Na het observeren van het lopen van uw hond, moet de dierenarts de lange botten palperen (het opperarmbeen, het dijbeen, het scheenbeen, het kuitbeen, de ellepijp en de radius); dit zijn de gebieden waar panosteitis het meest voorkomt. Uw dierenarts kan aandringen op een muilkorf voor dit deel van het onderzoek. Wees niet beledigd! Het is voor de veiligheid van alle betrokkenen, aangezien de pijn van panosteitis ernstig is en een anders goed opgevoede en vriendelijke hond kan laten huilen of bijten.

De volgende stap is diagnostisch testen. Dit omvat meestal bloedonderzoek en röntgenfoto's van de benen. Bloedonderzoek is vaak normaal, maar in sommige gevallen wordt een toename van eosinofielen opgemerkt. Eosinofielen zijn de witte bloedcellen die voornamelijk verantwoordelijk zijn voor het afweren van parasieten. De oorzaak van deze verhoging is niet bekend.

Radiogafen (röntgenfoto's) bepalen vaak de diagnose, maar ze moeten van uitstekende kwaliteit en techniek zijn, omdat de veranderingen subtiel kunnen zijn. Digitale röntgenfoto's zijn het beste, vooral omdat in het begin van de ziekte de veranderingen moeilijk te detecteren kunnen zijn. Naarmate de ziekte voortschrijdt, zal er een witte, vlekkerige "waas" verschijnen in de medulla (midden) van de lange botten.

Er zijn complexere tests, zoals botscintigrafie, die kunnen worden gedaan. De diagnose wordt echter meestal gesteld op basis van een combinatie van signalering (leeftijd en ras), klinische symptomen en geschiedenis, röntgenfoto's en reactie op de behandeling.

Tinctuur van de tijd (en pijnmedicatie)

U kunt zich beter voelen als de diagnose eenmaal is gesteld, maar uw hond misschien niet; er is geen remedie voor panosteitis. Over het algemeen zullen de symptomen na verloop van tijd verdwijnen, meestal rond de tijd van de volwassenheid van het skelet. Het is zeldzaam om deze aandoening te zien bij honden ouder dan ongeveer 2½ jaar, maar het kan gebeuren. Symptomen kunnen in de loop van weken tot maanden toenemen en afnemen. Management omvat voornamelijk rust-/oefenbeperking en agressieve pijnbeheersing.

Dit laatste wordt meestal bereikt met niet-steroïde medicijnen zoals carprofen, firocoxib, meloxicam en soortgelijke medicijnen. Een nieuwer medicijn op de markt, Galliprant, heeft vergelijkbare pijnbestrijdingseffecten met (theoretisch) minder bijwerkingen zoals braken, diarree en nierbeschadiging. Andere medicijnen zoals tramadol, gabapentine en lokale pleisters (lidocaïne of fentanyl) kunnen worden toegediend als de pijn niet onder controle is. Een comfortabel, dik gewatteerd bed kan ook nuttig zijn.

Dr. Catherine Ashe levert regelmatig een bijdrage aan Dagboek voor hele honden.