De emoe heeft vleugels en veren, maar hij kan niet vliegen. Hij is de op één na grootste vogel op aarde, na de eveneens looploze struisvogel, en komt oorspronkelijk uit Australië. Emoes konden ooit vliegen, maar evolutionaire aanpassingen hebben hen sindsdien van die gave beroofd. Een snelle blik op de emoe zou suggereren dat hij te zwaar is om te vliegen, maar de redenen zijn complexer.
De vleugels van een emu zijn kleiner dan die van een kraai en meten ongeveer 7 inch. De vleugels zijn zo klein dat ze worden verborgen door het verenkleed van de vogel. De vleugels zijn klein en ze zijn niet bijzonder goed gebouwd. Om een vogel te laten vliegen, heeft hij sterke vleugels nodig die zijn lichaamsmassa omhoog kunnen stuwen, de veren zijn gestructureerd om de vleugels kracht te geven zonder ze te verzwaren. De vleugels van de arme emoe zijn versierd met vliegende veren van slechte kwaliteit die meer op een ruige vacht lijken.
De emoe kan niet vliegen, maar hij kan wel rennen. In staat om snelheden tot 30 mph te bereiken, zijn lange krachtige benen zijn enige transportmiddel. Hij rent echter niet om te jagen, omdat zijn dieet voornamelijk bestaat uit insecten en vegetatie. Hij rent om aan gevaar te ontsnappen.
Door de geschiedenis heen heeft de emoe het geluk gehad omringd te zijn door voedsel. Hij is een grondvoedende vogel en is beter in staat dan de meeste andere vogelsoorten om zijn voedsel in lichaamsmassa om te zetten. Omdat de soort niet kan vliegen, is extra lichaamsmassa geen nadeel, dus de emoe heeft kunnen gedijen; degenen die het beste waren in bulken, overleefden het beter dan degenen die dat niet deden.
Wetenschappers van de Australian National University geloven dat de emoe geëvolueerd is om niet te vliegen omdat zijn voorouders lui werden. Met weinig levende roofdieren, geloven wetenschappers dat de enige echte bedreiging van de emu de dinosaurussen was. Toen de dinosauriërs uitstierven, had de emu geen reden om te kunnen vliegen, dus dat deed hij ook niet. Na verloop van tijd zouden emoes met een zwakker vliegvermogen door dinosaurussen uit de genenpool zijn verwijderd. Maar ze slaagden erin te overleven en zich voort te planten, want de dreiging was verdwenen.